Skip to content

Stad met een hart voor sociaal werk

Stad en OCMW staan in voor voldoende en goede sociale dienstverlening: buurtwerk, daklozenzorg, drughulp… Ze kunnen daarvoor beroep doen op sociale organisaties – vzw’s – die via een duurzame subsidiëring de zorgcontinuïteit verzekeren. De zorg is geen markt en mag niet in handen vallen van bedrijven met een winstoogmerk. Het sociaal beleid van de stad krijgt vorm in dialoog met de sociale organisaties. Zij werken op het veld en hebben de expertise. In de sociale zorg staan de mensenrechten centraal. De sociale zorg verleent individuele hulp, maar heeft ook een signaalfunctie en emancipeert mensen in een kwetsbare positie. Een sociaal beleid pakt de armoede en de sociale uitsluiting aan. Het investeert in wonen, werk, onderwijs, gezondheidszorg en creëert kansen in culturele en maatschappelijke ontplooiing.

Wat we willen:

  • Een. Zorg is geen koopwaar

    • We voorzien als stads- en OCMW-bestuur in voldoende en goede sociale dienstverlening, naargelang de noden in de stad. We kunnen daarvoor samenwerken met sociale organisaties. In geen geval worden sociale diensten in handen gegeven van organisaties met een winstoogmerk.
    • Sociaal werk is mensenwerk en geen fabriekswerk. We voorzien een kwaliteitscontrole op de sociale zorgprojecten waarbij kwaliteit vooropstaat en niet kwantiteit. We gaan een inspanningsverbintenis aan en geen resultaatsverbintenis.
    • De sociale organisaties zijn partners in het vormgeven van het sociaal beleid. We zetten in op een goede samenwerking tussen de organisaties onderling, want sociale problemen zijn complex.
    • We zetten als stad en OCMW in op een duurzame subsidiëring waardoor de continuïteit van zorg verzekerd wordt. Een vertrouwensband met mensen kunnen opbouwen, is cruciaal voor een goede hulpverlening.
  • Twee. Sociaal werkers zijn mensenrechtenwerkers

    • Centraal in het werk van een sociaal werker staan de sociale grondrechten. Het sociaal werk beperkt zich niet tot individuele hulp, maar wordt gestimuleerd structurele oorzaken bloot te leggen. Dat kan via een signaalfunctie naar het beleid en via het emanciperen van mensen.
    • We respecteren als stads- en OCMW-bestuur altijd het beroepsgeheim van sociaal werkers.
    • We doen beroep op de expertise van sociaal werkers en geven hen échte inspraak in het gevoerde beleid.
    • We gaan voor een sociaal beleid dat inzet op werk, wonen, onderwijs, gezondheidszorg en ontplooiing, zodat niemand uit de boot valt. Voor een beleid dat erkent dat niet iedereen dezelfde kansen krijgt in het leven. Structurele uitsluitingsmechanismen worden opgespoord en uitgeschakeld.
    • We zorgen voor structurele financiering van kleinschalige projecten die vanuit de basis ontstaan.
  • PVDA is voorstander van een sterk sociaal werk dat tegemoet kan komen aan de noden van haar verschillende doelgroepen. Jongeren, werkzoekenden, migranten, mensen met fysische en psychische problemen. Hiervoor moeten ruimte en middelen vrijgemaakt worden.

    Een. Sociaal werk is niet te koop

    In Gent is sociaal werk niet te koop. We willen vermijden dat kwetsbare mensen terecht komen in de handen van bedrijven als SBS skillbuilders, G4S of Sodexo.

    Sociaal werk geen supermarkt, waar je bestellingen plaatst. Doe het zelf, of sluit goede inhoudelijke overeenkomsten af. Maar hou de firma’s en managers ver weg van je sociaal beleid. Sociaal werkers dienen niet om een lokale rattenplaag op te lossen en te pas en te onpas in te zetten om samenlevingsproblemen zoals geluidsoverlast aan te pakken. Sociaal werkers zijn veel meer dan een puur instrument voor het beleid.

    Vermaatschappelijking van de zorg wordt te vaak ingeroepen als een manier om te besparen. Er moet respect zijn voor sociaal werkers die een professionele opleiding hebben genoten. Vrijwilligers vervullen een belangrijke functie in veel organisaties binnen het middenveld maar ze kunnen geen vervanging zijn voor professionele krachten.

    Twee. Sociaal werkers zijn mensenrechtenwerkers

    Centraal in het werk van een sociaal werker staan de sociale grondrechten. Sociaal werkers kunnen ook niet los gezien worden van de context waarbinnen zij werken. Sociaal werk werkt het beste als onderdeel van een stad als emancipatiemachine. Sociaal werk rendeert pas als het een onderdeel is van een slim en structureel sociaal beleid. Alle inwoners van Gent hebben ‘recht op de stad’, dat wil zeggen dat ze wonen en leven in een stad op mensenmaat waar hun grondrechten realiteit zijn.

    Sterk sociaal werkers is de beste garantie om radicalisering tegen te gaan. Sociaal werkers moeten dan ook de kans (lees ook middelen) krijgen om hun werk naar behoren uit te voeren. Ze moeten hiervoor de nodige vertrouwensband kunnen opbouwen met hun doelgroep.

    Stad Gent staat er niet alleen voor. In Gent is er een breed en bloeiend middenveld, met sociaal werkers die zich engageren rond allerhande thema’s en doelgroepen. Bovendien groeit het aantal burgerinitiatieven enorm.

    Al te vaak, ook in Gent, ziet het beleid deze organisaties en werkers als enkel een verlengstuk van de eigen wensen en doelen. Rekening houden met de vrijwilligers van allerlei basisinitiatieven en buurtgroepen is moeilijk. Ga regelmatig en met open vizier in dialoog! Subsidies en convenanten dienen niet om sociaal werkers of vrijwilligers van nieuwe initiatieven voor je kar te spannen. Ze zijn best ook structureel en maken werkbaar werk mogelijk. Omkader al het moois dat de professionele organisaties en nieuwe burgerinitiatieven (en commons) te bieden hebben doordacht en structureel.