Skip to content

Een genderneutrale stad

PVDA streeft naar een samenleving waarin de gelijkheid tussen vrouwen en mannen werkelijkheid is. In die samenleving hebben vrouwen een gelijke toegang tot de arbeidsmarkt en is de loonkloof weggewerkt. Vrouwen zijn er veilig en vrij van seksisme en geweld. Ze hebben tijd en ruimte om zich ten volle te ontplooien zonder druk van traditionele rollenpatronen. De bestaande ongelijkheid wegwerken, vertrekt vanuit maatschappelijke keuzes op alle niveaus van de samenleving. De stad heeft hiervoor heel wat sleutels in handen. PVDA wil een genderneutraal Gent. Een stad die ongelijkheid en discriminatie effectief aanpakt. Een stad waar iedereen thuis is.

Wat we willen:

  • Een. We investeren in geweldpreventie

    • We willen meer inzetten op seksuele en relationele vorming op school. Preventie van seksisme en van geweld tegen vrouwen begint op jonge leeftijd.
    • De stad moet een genderneutrale cultuur uitdragen. Ze geeft geen steun aan projecten die de integriteit van vrouwen schenden. Ze bant seksistische reclame uit het straatbeeld.
    • We verhogen de veiligheid van vrouwen in de publieke ruimte door aangepaste verlichting van straten en parken.
  • Twee. We investeren in hulpverlening voor vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld of seksisme

    • We gaan voor een multidisciplinair Family Justice Center voor partnergeweld in Gent, waarbij alle actoren die gezinnen begeleiden bij de aanpak van dat geweld onder één dak samengebracht worden. Vrouwenorganisaties worden betrokken bij het opzetten van dit centrum om erover te waken dat feministische aanbevelingen worden meegenomen.
    • We zorgen voor goed opgeleid politie-onthaal voor slachtoffers van geweld en genoeg vrouwelijke agenten om de klachten in te dienen. We zetten de bestrijding van intrafamiliaal geweld hoog op de agenda.
    • We maken meer middelen vrij voor vrouwenopvang (vluchthuizen) bij het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Gent.
    • We hanteren als stad een strikte gedragscode en stellen in alle stadsdiensten een vertrouwenspersoon aan.
  • Drie. Geen discriminatie ten opzichte van vrouwen

    • We geven financiële ondersteuning aan lokale vzw’s die aan basiswerk doen met vrouwen.
    • We voorzien gratis en propere uniseks-toiletten die altijd open en voor iedereen toegankelijk zijn, ook voor personen in een rolstoel.
    • We voorzien voldoende voedings- en verzorgingsruimtes voor baby’s en peuters.
  • Vier. Maak van zorgtaken een keuze, geen verplichting of noodzaak

    • We breiden de publieke kinderopvang verder uit zodat deze ook rekening houdt met late en vroege shifts, onregelmatige werkuren en inkomen, ook in het weekend.
    • We breiden de opvang voor zieke kinderen uit.
    • We geven meer middelen aan scholen om gratis vakantieopvang en buitenschoolse opvang na de schooluren te organiseren. We zorgen ervoor dat deze voldoende capaciteit heeft zodat elk kind een plaats heeft en er geen wachtlijsten opgesteld moeten worden.
    • We mikken op meer openbare en betaalbare rusthuizen voor onze ouderen.
    • We investeren in meer plaatsen bij publieke zorgvoorzieningen voor mensen met een beperking of mensen die er nood aan hebben.
  • Vijf. Gelijkheid op de arbeidsmarkt

    • De loonkloof in de stadsdiensten en stadsbedrijven werken we weg. We stellen een commissie aan die daarop moet toezien. Deze commissie houdt rekening met alle factoren die de loonkloof versterken over de verschillende stadsdiensten heen en krijgt de middelen om deze factoren te bestrijden.
    • We bannen verplicht deeltijds werk in de stadsdiensten of -bedrijven. Bij nieuwe vacatures moet er eerst gekeken worden naar het verhogen van het aantal uren van de werknemers die al in dienst zijn.
    • We zetten verder in op proactieve praktijktesten op stadsniveau, ook tegen seksisme.
  • Zes. Recht op abortus

    • We geven meer financiële ondersteuning aan de Gentse abortuscentra.
  • De stad heeft een rol in het wegwerken van de genderongelijkheid en van het seksisme. Om die rol op te nemen moet ze investeren in het maatschappelijk weefsel. Ze moet seksisme en geweld tegen vrouwen aanpakken, zowel preventief als bij de opvang van de slachtoffers ervan. De stad moet de discriminaties wegwerken die de ongelijkheid zelfs nog vergroten.

    Een sterk sociaal weefsel is de voorwaarde om vrouwen volop te laten deelnemen aan het openbare leven en de arbeidsmarkt. Sterke openbare diensten nemen veel zorgtaken op die anders bij het gezin, en vooral bij de vrouwen, blijven liggen.

    Een voorbeeld daarvan is de kinderopvang. In veel wijken is er niet genoeg kinderopvang. In heel Gent zijn er maar twee die op zaterdag open zijn, geen enkele op zondag, en maar vijf kinderopvangen die na 19u nog open zijn. Dat zet allemaal druk op de arbeidsparticipatie van vrouwen en nog extra voor vrouwen met onregelmatige en flexibele uurroosters, of zij die zoals in sectoren als de distributie in het weekend moeten werken.

    Extra combinatiestress blijft dan niet uit. Vrouwen hebben baat bij een goedkope openbare dienstverlening van kwaliteit, die zorgtaken wegneemt van het gezin. Dan groeit hun arbeidsparticipatie en verkleint de genderloonkloof.

    Seksisme en geweld tegen vrouwen staan in de actualiteit. De beweging rond #MeToo heeft blootgelegd hoe diep dat probleem in de samenleving geworteld is. Het doet zich voor bij mensen van alle achtergronden en van alle sociale statussen. Wie seksisme en geweld tegen vrouwen wil aanpakken, moet inzetten op preventie in de gehele samenleving en werken aan een algemene mentaliteitswijziging. En wel vanaf de kindertijd. Daarom is uitgebreide seksuele en relationele vorming op school zo belangrijk.

    Middenveldorganisaties die werken met vrouwen, krijgen financieel minder steun. De opvang voor tijdelijk verblijf van vrouwen in moeilijkheden zit vol. De stad moet ervoor zorgen dat hulpverlening en opvang toegankelijk en kwaliteitsvol zijn, met voldoende capaciteit.

    We erkennen dat verschillende vormen van ongelijkheid - seksisme, racisme, armoede,… - steeds op elkaar inhaken en elkaar versterken. Op deze wijze worden bepaalde groepen vrouwen op meervoudige wijze uitgesloten en achtergesteld. We houden hier rekening mee in onze strijd tegen de ongelijkheid.

    Een. We investeren in preventie van geweld tegen vrouwen

    Met een brede en adequate preventie pakken we het probleem bij de wortel aan. We hebben een mentaliteitswijziging nodig. Omdat het probleem maatschappijbreed is, moeten we het ook maatschappijbreed aanpakken. Preventie begint vanaf de kindertijd, door seksuele en relationele vorming met aandacht voor genderongelijkheid en gendermechanismen die hier een grote rol in spelen. We plaatsen dit hoog op de agenda in het onderwijs. Assertief gedrag leren en met agressie omgaan moet ingebed zijn in zowel theoretische als praktische vakken. Deze vorming staat ingeschreven in de vakoverschrijdende eindtermen maar door gebrek aan tijd en aan middelen is het voor scholen soms moeilijk daar echt op in te zetten. Het stadsbestuur moet ervoor instaan dat de scholen van het stadsonderwijs over voldoende middelen beschikken om langlopende en schoolbrede projecten van seksuele en relationele vorming op te zetten.

    Preventie, dat is ook: zelf een vrouwvriendelijke cultuur uitdragen. Projecten die de integriteit van vrouwen schenden, kan de stad dan ook niet steunen. Ze zou seksistische reclame uit haar straatbeeld moeten weren. Stockholm, Parijs, Londen en Genève gingen het engagement aan seksistische reclame uit het straatbeeld te weren. Gent kan hun voorbeeld volgen. De stad kan zich hiervoor laten bijstaan door de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame, de JEP. De openbare ruimte is er ook voor de vrouwen. Maar om zich veilig te kunnen voelen is goede verlichting nodig in bus en tramhaltes, ondergrondse garages, parken enzovoort. Dat is een opdracht voor de stad.

    Twee. We investeren in hulpverlening voor vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld of seksisme

    Slachtoffers van geweld en seksisme hebben recht op een betaalbare en goede hulpverlening. Dat laten we niet over aan een gecommercialiseerde hulpverlening. De meeste vrouwen die slachtoffer zijn van geweld geven dat niet aan bij de politie. Ze aarzelen dikwijls uit vrees dat ze er met hun verhaal niet terechtkunnen. Personeel van slachtofferonthaal moet daarom een specifieke opleiding krijgen. Er moeten genoeg goede opgeleid en vrouwelijke politieagenten in de wijkpolitiekantoren zijn om de klachten te kunnen ontvangen van vrouwen die hier nood aan hebben. Geweld binnen het gezin blijft problematisch hoog. Het moet heel prominent op de agenda van de politie staan.

    De Stad moet een Familie Justice Center voor familiaal geweld oprichten in overleg en in samenwerking met vrouwenorganisaties die vanuit een genderbril kunnen meedenken aan de uitwerking hiervan. Een multidisciplinair centrum die slachtoffers kan ondersteunen, waarbij alle actoren die gezinnen begeleiden bij de aanpak van dat geweld onder één dak samengebracht worden. Die centrum moet 24u op 24u open zijn. De hulpverleningstrajecten moeten inclusief opgezet worden zodat ook mensen met migratieachtergrond, personen met een beperking, LGBTQ, mannen… een gepaste hulp krijgen.

    Vluchthuizen zijn een levensbehoefte voor vrouwen die aan een gewelddadige situatie willen ontsnappen. Het kan niet dat er dan plaatsgebrek is. De stad moet meer middelen vrijmaken voor vrouwenopvang door het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) en meer opvangplaatsen voorzien. Alle vrouwen hebben recht op die hulp met of zonder papieren zoals overeengekomen in de Conventie van Istanbul inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

    Drie. Geen discriminatie ten overstaan van vrouwen

    Een vrouwvriendelijke stad bevordert de gelijkheid en past ze toe in haar eigen werking. Daar hoort de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen bij, door middel van quota, in de bestuursraden van de stadsbedrijven.

    Lokale vzw’s werken met vrouwen in de strijd tegen discriminatie, in de preventie van geweld en seksisme, in de opvang van slachtoffers enzovoort. Ze hebben een belangrijke emancipatorische rol. De stad moet die rol waarderen. Ook deze vzw’s hebben meer middelen nodig om die rol waar te maken.

    Wie dringend moet plassen, kan in veel gevallen alleen terecht in horecazaken of winkels. Plassen doe je dan tegen betaling. Er zijn te weinig openbare toiletten, zeker voor vrouwen.

    Wie met een baby of peuter de stad in trekt, heeft weinig mogelijkheid om hun kind rustig te verschonen of te voeden. Waar warm je een flesje of een papje op? Waar kan je rustig borstvoeding geven? Borstvoeding is een natuurlijk gebeuren dat overal in de openbare ruimte mogelijk moet zijn. Daarnaast kunnen aparte borstvoedingsruimtes nuttig zijn voor moeders die hun kind in alle rust willen voeden.

    Vier. Maak van zorgtaken een keuze, geen verplichting of noodzaak

    Vrouwen nemen nog altijd het merendeel van de zorgtaken op zich. Goede en sterke publieke dienstverlening ontlast de gezinnen en de vrouwen. De stad moet investeren in publieke zorg en opvangdiensten. Crèches en naschoolse opvang zullen hierdoor voor veel ouders beter toegankelijk worden. Er is een rechtstreekse link tussen goede en betaalbare kinderopvang en de arbeidsparticipatie van vrouwen. Daarom pleiten we voor de uitbreiding van goede en betaalbare kinderopvang door de stad. Dit is ook waarom de stad de vakantieopvang en de buitenschoolse opvang in handen moet nemen. De laatste jaren heeft het OCMW Gent het tegendeel gedaan: het aantal weken dat de kinderopvang tijdens de schoolvakanties open is, is stelselmatig gedaald. Vrouwen nemen ook een belangrijke rol in het zorgen voor ouderen of andere leden van het gezin op zich. Het gebrek aan plaatsen in betaalbare rusthuizen of instellingen voor mensen met een beperking of mensen die er nood aan hebben, betekent dus een extra last voor de vrouwen die deze zorgrol op zich nemen. De stad moet dit gebrek aan plaatsen aanpakken.

    Vijf. Gelijkheid op de arbeidsmarkt

    De stad is een grote werkgever en stelt veel vrouwen tewerk. Ideaal om zelf de strijd aan te gaan tegen de loonkloof tussen mannen en vrouwen en voor een volwaardige tewerkstelling van vrouwen. De werkvoorwaarden en het deeltijds werk zijn bepalend voor de genderloonkloof. Het zou een grote stap vooruit zijn als de stad verplicht deeltijds werk bij de stadsdiensten en de autonome stadsbedrijven zou bannen en als bij nieuwe vacatures werknemers die hun aantal uren willen uitbreiden, voorrang zouden krijgen. De stad moet actief de loonkloof wegwerken in al haar diensten. Ze kan een commissie oprichten om daarop toe te zien. Het verder inzetten op praktijktesten op stadsniveau kan seksistische discriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan.

    Zes. Recht op abortus

    De keuze om al dan niet moeder te worden behoort tot het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Elke vrouw hoort zelf te bepalen wat er met haar lichaam gebeurt. Dat recht staat wereldwijd onder druk. Ook in België is het niet helemaal verworven. Abortus staat nog altijd in het strafrecht. Nochtans is abortus geen misdrijf maar een medische handeling. De stad kan bijdragen aan dat zelfbeschikkingsrecht door de abortuscentra te ondersteunen.