4. Sociaal klimaatbeleid
Beeld je in: een stad waar iedereen kan genieten van betaalbare hernieuwbare energie en groene ruimtes. Een stad met gratis openbaar vervoer. Een stad met een duurzame industriecluster van wereldfaam. Een stad die niet bijdraagt aan de klimaatopwarming. Een stad waar je gezond kan wonen en werken, ook tijdens de warmste of natste dagen. Een stad met gratis en ecologisch openbaar vervoer.We twijfelen er niet aan: in 2040 kunnen we in zo’n stad leven. Op voorwaarde dat het stadsbestuur het heft zelf in handen neemt en de transitie niet langer overlaat aan de grillen van de markt. Door als stad zelf duurzame energie op te wekken en zonnepanelen mogelijk te maken voor elk budget. Door met een renovatierevolutie alle huizen energiezuinig te maken. Door de Gentse haven in een circulaire industriële cluster te transformeren.Door samen de switch te doen, zonder iemand in de steek te laten. Een sociaal klimaat neemt iedereen mee. Zo zorgen we voor een klimaatneutrale stad op mensenmaat. Er is geen tijd te verliezen.
Visie
Gent krijgt steeds meer te maken met de uitdagingen die de opwarming van de aarde stelt. Sinds industriëlen in de negentiende eeuw kolen, olie en gas ontdekten als goedkope energiebron, zijn ze fossiele brandstoffen in een steeds hoger tempo beginnen verbranden. De impact daarvan is rampzalig: temperaturen stijgen, weerpatronen veranderen en de zeespiegel stijgt. Klimaatverandering treft vandaag steeds meer mensen, ook in onze stad.
Het fenomeen van het hitte-eiland Gent is gekend: in stedelijke gebieden stijgt de temperatuur dubbel zo snel door het snel opwarmende beton en asfalt. In het centrum is het gemiddeld ongeveer 3°C warmer dan in de buurgemeenten, met uitlopers tot wel 8°C. Ook wateroverlast dreigt op steeds meer plaatsen een probleem te worden.
De PVDA kiest voluit voor een ambitieuze omslag naar een klimaatneutrale stad, en dat tegen 2040. Gent wordt een stad van de toekomst, waar het gezond leven en werken is. Een stad die niet langer bijdraagt aan de opwarming van het klimaat. Deze omslag doen we op een sociaal rechtvaardige manier: als we écht willen veranderen, dan moet iedereen mee kunnen.
In Gent wordt volop gewerkt aan initiatieven tegen klimaatverandering, vooral door de oneindige inzet van ngo’s, stadsdiensten, en individuen. Ze starten sensibiliseringscampagnes op, moedigen groepsaankopen en korteketenlandbouw aan, bouwen ecowijken en reiken subsidies uit ... Maar veel van de maatregelen van het Gentse stadsbestuur komen vooral terecht bij de hogere inkomens. Ondanks de beloftes voor een sociaal klimaatbeleid vallen diegenen die het zich niet kunnen permitteren uit de boot.
Zelfs bij de regerende coalitie van het kartel Vooruit-Open VLD en Groen ontbreekt het aan een coherente planmatige en gedragen aanpak op lange termijn. De meest ingrijpende maatregel, het instellen van het circulatieplan, voorzag niet in voldoende alternatieven en verschoof daarom een deel van de verkeersproblemen naar de buitenwijken. Hoewel een studie uit 2013 al aangetoond heeft dat het mogelijk was om Gent klimaatneutraal te maken tegen 2030, stelde het stadsbestuur voor om pas in 2050 werk klimaatneutraal te zijn. Nochtans zijn er steden zoals Kopenhagen die als ambitie hebben om al tegen 2025 klimaatneutraal te worden.
Het huidige beleid geeft bedrijven die onder het Europese stelsel van emissiehandel (ETS) vallen daarbij nog te veel speelruimte, want “op het vlak van regelgeving en beleid kan een lokale overheid hier weinig aan toevoegen”, aldus het Klimaatplan van de huidige coalitie. Bovendien, argumenteert men, vallen ETS-bedrijven buiten het ‘burgemeestersconvenant’ voor klimaatinspanningen. Maar die bedrijven zijn wel goed voor maar liefst 87 procent van de totale uitstoot in Gent. En het ETS-systeem is op zijn zachtst gezegd problematisch. Het laat bedrijven toe om ‘propere lucht’ aan te kopen in plaats van te investeren in uitstootreductie. Ook liggen de doelstellingen veel te laag, waardoor er reserves opgebouwd worden, en wordt er gespeculeerd met de uitstootrechten. De PVDA kiest expliciet niet voor de handel in emissierechten, die de echte omslag meer tegenhoudt dan helpt, maar voor concrete meetbare maatregelen die een transitie naar een klimaatneutrale stad bewerkstelligen, inclusief de haven. Als het je menens is om de klimaatverandering tegen te gaan, dan kun je je niet verstoppen achter het falende beleid van de emissierechtenhandel.
Een klimaatneutrale stad kijkt vooruit. Ze onderneemt meer dan een goedbedoelde maatregel hier of daar. Ze werkt met een toekomstplan om de emissies jaar na jaar af te bouwen. Met een wind- en zonneplan om meer hernieuwbare energie op te wekken. Met een warmte- en isolatieplan om de verwarming van gebouwen te verduurzamen, want de schoonste energie is de energie die we niet gebruiken. Met een mobiliteits- en een ruimteplan om duurzame verplaatsingen gemakkelijker te maken. Met zulke toekomstplannen wordt de stad een actor in plaats van een toeschouwer.
Een klimaatneutrale stad rekent op haar inwoners om de verandering mee in gang te zetten, en plaatst daar een eigen stevig engagement tegenover: de groene revolutie maken we samen. We kiezen niet voor een beleid van groene taksen en heffingen, maar zorgen dat iedereen mee kan met de groene golf. We zorgen voor plannen waardoor de inspanningen van burgers zin krijgen en geen druppel op een hete plaat blijven. Zodat inspanningen samen renderen, in plaats van elk op zichzelf te staan.
De doelstelling van een klimaatneutraal Gent in 2040 verandert alles. Het is een nieuwe manier van omgaan met mobiliteit, energie, werken en wonen. Ja, die klimaatneutrale stad zal er anders uitzien dan het Gent van vandaag. Onze inspanningen zullen niet alleen renderen voor een leefbare planeet, onze stad wordt er ook gewoon beter van: gezonder, rustiger, groener en socialer.
Wat wij willen
1. De renovatierevolutie: Energiezuinig wonen voor elke Gentenaar
- We pakken energieverlies aan met een Gentse renovatierevolutie: een masterplan voor isolatie en energie-efficiëntie.
- Het ‘renovatierecht’ en collectieve wijkrenovaties worden de speerpunten van een echt sociaal stadsvernieuwingsbeleid.
- Via het Gentse ‘renovatierecht’ maken we renoveren haalbaar voor elke Gentenaar. Het stedelijk energiebedrijf schiet als derdebetaler renovatiekosten voor, op maat van de aanvrager. Mensen betalen de lening op termijn terug met het geld dat ze uitsparen op de energiefactuur.
- Voor wie een maandelijkse terugbetaling niet aankan, versterkt het Gentse rollend renovatiefonds een renovatietoelage. Later, bij verkoop van de woning, komt de toelage terug naar het fonds om opnieuw andere mensen te helpen.
- We zetten in op wijkrenovatieprojecten en ‘renovatiegolven’, waarbij woonblok per woonblok en straat per straat alle woningen worden aangepakt op vlak van isolatie en woonkwaliteit. We bieden telkens financiële, bouwtechnische en sociale ondersteuning aan op maat van de renovatienoden en het gezinsinkomen.
- Tijdens de wijkrenovaties vangen we maximaal de noden en signalen op van bewoners, ook wanneer die buiten het aanbod vallen. Bewoners worden doorverwezen op maat naar het OCMW of andere relevante diensten.
- We maken grote nieuwbouwprojecten energie-onafhankelijk. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met natuurinclusieve bouwtechnieken die de biodiversiteit bevorderen.
- Energierenovatie en woonkwaliteit (vocht, riolering, elektriciteit, verwarming, veiligheid ...) staan nooit los van elkaar. Ook de stadsbrede renovatiebegeleiding pakt steeds de twee samen aan.
- Bij alle nieuwe stadsgebouwen verzekeren we passiefbouw en waar mogelijk zelfs een positieve energie-output.
Meer achtergrondinformatie
Gebouwen opwarmen en afkoelen zijn niet enkel een financiële kopzorg voor vele gezinnen. De uitstoot is ook significant: maar liefst 22% van de totale CO2-uitstoot van Gent komt door woningen.
De schoonste energie is dus de energie die je niet verbruikt. Veel initiatieven van het stadsbestuur om isolatie aan te moedigen, hebben hun doel gemist, zoals de campagnes in de 19de-eeuwse volkswijken. De procedures zijn vaak te ingewikkeld, men kan de kost niet dragen, of men is als huurder niet in de positie om renovaties door te voeren.
Daarvoor halen we inspiratie uit het buitenland. In de stad Wenen kunnen eigenaars aanspraak maken op renteloze leningen van de stad om hun woning energiezuinig te maken. Goed voor de bewoners, goed voor het woningbestand van de stad, goed voor het klimaat. Dat systeem werkt veel beter dan premies, omdat deze laatste enkel interessant zijn voor wie al het geld, de tijd en de knowhow heeft om aan renovatiewerken te beginnen. In Duitsland is het de overheid die advies geeft over welke renovaties nodig en haalbaar zijn en die het volledige bedrag aan de bouwfirma betaalt. De eigenaar moet achteraf gewoon het voorgeschoten bedrag terugbetalen met het geld dat zij of hij bespaart op de energierekening. Wie kiest voor extra energiezuinige renovaties of het plaatsen van een warmtepomp, krijgt zelfs korting op de afbetaling. Nadat de lening is afbetaald, geniet de eigenaar voorgoed van een lage energiefactuur.
De PVDA wil dat Gent een voorbeeld vormt voor Vlaanderen en een Gentse renovatierevolutie start. Dat is perfect mogelijk dankzij de kennis van zaken die inmiddels is opgebouwd bij diverse stedelijke diensten en het Gentse middenveld (bv. stadsbrede renovatiebegeleiding en wijkprojecten zoals ‘Gent knapt op’). ‘Renovatierecht’ en collectieve wijkrenovaties worden de speerpunten van een echt sociaal stadsvernieuwingsbeleid.
De ambitie moet hoger liggen, namelijk iedereen in staat stellen om energiezuinig te renoveren, ook mensen met een doorsnee inkomen. Daarvoor stellen we een meer planmatige aanpak voor: door wijk per wijk naar de mensen te gaan, ze te helpen, en over te gaan tot renovatie.
Een nieuw Gents publiek energiebedrijf moet samen met het stadsontwikkelingsbedrijf Sogent deze grote renovatiegolven in handen nemen. Wijk per wijk, straat per straat, huis per huis: specialisten komen langs, berekenen welke werken er dringend nodig zijn en even later komt het bouwbedrijf langs om die werken uit te voeren. Na enkele jaren genieten de bewoners van lagere facturen zonder dat ze daar zelf één extra euro aan uitgegeven hebben.
Via het Gentse ‘renovatierecht’ maken we zo renoveren haalbaar voor elke Gentenaar. Het vertrekt vanuit een brede waaier aan extra financieringsmogelijkheden, op maat van elke Gentenaar.
Het stedelijk energiebedrijf schiet als derdebetaler renovatiekosten voor op maat van de aanvrager. Mensen betalen de lening op termijn terug met het geld dat ze uitsparen op de energiefactuur.
Voor wie zo een maandelijkse terugbetaling niet aankan (de noodkopers: eigenaars zonder middelen voor renovatie), versterken we het Gentse rollend renovatiefonds (zie ook programma Wonen). Ons doel is om de komende legislatuur 1.000 noodkopers te helpen met hun renovatie. We geven gezinnen die geen verbouwingen kunnen betalen een renovatietoelage van gemiddeld 30.000 euro. Later, bij verkoop van de woning, komt de toelage terug naar het fonds om opnieuw mensen te helpen.
Het stadsbestuur haalt ook de middelen van het ‘Vlaams Noodkoopfonds’ naar Gent (dat kan via het OCMW). Zo bereiken we de mensen die nu tussen twee stoelen vallen. Ze kunnen geen energielening aangaan, maar hebben te veel inkomen voor het Gentse rollend renovatiefonds (dat focust op de meest kwetsbare eigenaars).
Voor huurders/verhuurders zetten we de bestaande renovatiesteun in, met aandacht voor een stap richting het SVK (zonder zittende huurders te benadelen). Waar we eigenaars-verhuurders tegenkomen die halsstarrig weigeren mee te werken om hun woningen conform de Vlaamse Wooncode te stellen, schakelen we over op handhaving.
Ook hier is er een sterk, doordacht en langdurig initiatief vanuit de stad nodig. Enkel zo kunnen we alle Gentse huurders, kwetsbare eigenaars en jonge starters aan een energiezuinige, kwalitatieve en veilige woning helpen. Planning en coördinatie zorgen voor de meest haalbare, efficiënte en effectieve aanpak. De Dienst Wonen en de Energiecentrale (dat is de stedelijke Dienst Energie & klimaat, plus vzw REGent) nemen het voortouw en werken een renovatieplan uit. Ze doen dat in nauwe samenwerking met renovatie-experts, het Gents energiebedrijf en het Gentse middenveld. Deze aanpak moet deel zijn van een breder pakket aan maatregelen in onze ambitieuze strijd tegen energiearmoede (zie programma Wonen en Armoede).
Vervolgens gaan we aan de slag met wijkrenovatieprojecten en ‘renovatiegolven’ in de Gentse binnenstad, 19de-eeuwse gordel, 20ste-eeuwse gordel en deelgemeenten. Daarbij pakken we woonblok per woonblok en straat per straat alle woningen aan. Energierenovatie en woonkwaliteit staan daarbij nooit los van elkaar.
We maken gebruik van de wijkrenovaties om op wijkniveau steeds ook een gereedschapsbibliotheek in te planten, zodat duur werkmateriaal gedeeld kan worden. Beter één gemeenschappelijke boor in de buurt die goed gebruikt wordt, dan zolders en tuinhuizen vol verstoffend werkgerief. De Klusserette in Sint-Amandsberg, ooit opgericht naar aanleiding van het renovatieproject ‘Dampoort Knapt Op’ is een goed voorbeeld. Tenslotte bieden wijkrenovaties ook heel wat kansen voor sociale tewerkstellingprojecten.
Naast de wijkrenovatieprojecten hebben we ook aandacht voor een sterker stadsbreed aanbod. Ook de stadsbrede renovatiebegeleiding zet steeds in op energie- en woonkwaliteit. De Woonwinkels van de stad moeten meer nog dan vandaag de laagdrempelige plek bij uitstek worden waar elke Gentenaar terecht kan met woon- en renovatievragen. Zo verlagen we de administratieve doolhof.
De Stad geeft het goede voorbeeld en verzekert bij alle nieuwe stadsgebouwen passiefbouw, en waar mogelijk zelfs een positieve energie-output.
Voor alle nieuwbouwprojecten worden hoge klimaateisen gesteld, niet enkel voor diegenen waar stad Gent zelf bij betrokken is. Elk project met meer dan 20 woningen moet energie-onafhankelijk zijn. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met natuurinclusieve bouwtechnieken die de biodiversiteit bevorderen.
2. Zet Gent onder groene stroom
- We richten een stedelijk energiebedrijf op in publieke handen. Dit stadsbedrijf investeert in energiebesparing en levert honderd procent hernieuwbare energie aan betaalbare prijzen.
- Het energiebedrijf voert een ambitieus zonnedakenplan uit. Op alle stadsdaken die volgens de zonnekaart interessant zijn, worden zonnepanelen geïnstalleerd. Dit zowel op de daken van publieke gebouwen, van bedrijven, als op de daken van particulieren. Bij particulieren met te weinig financiële middelen wordt de initiële kost gedragen door de stad, men betaalt dit terug via het verschil op de energiefactuur.
- Het stedelijk energiebedrijf investeert in windenergie door meer windmolens te plaatsen in de Kanaalzone en langs de E40, en op eigen gronden buiten de stad. Hierbij wordt een minimale afstand van 1.500 meter tussen de turbines en woonhuizen gerespecteerd.
- Het stedelijk energiebedrijf streeft naar een vernieuwing en uitbreiding van het Gentse warmtenetwerk. Met een stadsverwarmingsnet koppelen we waar relevant de industriële restwarmte uit de haven aan de warmtevraag van de stad en bedrijven, en bouwen warmtenetten op wijkniveau uit.
- Door een heffing op het lozen van industriële restwarmte worden bedrijven gestimuleerd om de warmte nuttig aan te wenden.
- We maken het stedelijk energiebedrijf transparant en democratisch. De leden van de raad van bestuur worden gekozen en zijn afzetbaar.
Meer achtergrondinformatie
Vandaag betalen we drie keer zoveel voor energie als 20 jaar geleden. Toen beslisten alle politieke partijen in Vlaanderen, buiten de PVDA, om de energiemarkt uit te verkopen aan de privé. Het resultaat? Wij betalen nu voor de enorme winsten van multinationals zoals Engie-Electrabel, die tijdens de energiecrisis maar liefst 15 miljard euro aan ons hebben verdiend.
Wanneer de regering subsidies uitkeert voor groene energie, vloeien de winsten vooral terug naar de grote multinationals. Zonnepanelenparken zijn voor hen vooral een soort financiële belegging. De subsidies worden intussen doorgerekend aan de belastingbetaler en de consument via bijvoorbeeld de (intussen vernietigde) Turteltaks of het steeds hogere prosumententarief. De consument moet zo opdraaien voor de winstvoet van de allerrijksten.
Ook de stijging van de distributienettarieven en de heffingen waren een belangrijke factor in de stijgende prijzen. Ondertussen maken die kosten ongeveer twee derde van de prijs uit. Hier hebben steden en gemeenten heel wat in de pap te brokken: de raden van bestuur van Eandis, Elia, Fluxys, en Infrax worden bemand door politici die afgevaardigd worden uit de gemeenten. In plaats van in te zetten op moderne infrastructuur of de prijzen te doen dalen, eisen ze daar als aandeelhouders vooral zoveel mogelijk dividenden.
Die logica moet helemaal omgedraaid worden. Energie is een basisbehoefte van de stad, haar inwoners en bedrijven, geen luxeproduct.
Als we onze portemonnee én het klimaat willen beschermen, dan moeten we onze energie in eigen handen nemen. We richten daarom een Gents stedelijk energiebedrijf op. Een publiek energiebedrijf van ons allemaal met drie doelen: een goede dienstverlening met betaalbare energieprijzen voor de Gentenaar, de productie van 100 procent hernieuwbare energie, bij voorkeur op Gents grondgebied, en een ambitieus plan voor energiebesparing. Zo schakelen we de verstikkende winstlogica uit die de energiesector vandaag verlamt en gaan we volop voor duurzame energie.
Het stedelijk energiebedrijf investeert ook zelf in hernieuwbare energie. In zonnepanelen op de gebouwen van de stadsdiensten, op de magazijnen in de haven en op de uitgestrekte daken van de stad die interessant zijn volgens de zonnekaart.
Het Gents energiebedrijf kijkt de kat niet uit de boom, maar ondersteunt Gentenaars, verenigingen, coöperaties en bedrijven die in hernieuwbare energie willen investeren. Wie de middelen niet heeft om een batterij zonnepanelen aan te schaffen, helpen we een handje via een derdebetalerssysteem waarbij het stedelijk energiebedrijf de kosten van de installatie voorschiet. Daardoor daalt de energiefactuur van de eigenaar, maar toch blijft die hetzelfde bedrag doorbetalen. Het verschil gaat naar de afbetaling van de investering. Als die volledig vergoed is, daalt de factuur naar het echte, lagere niveau en kan de eigenaar genieten van gratis hernieuwbare energie. Zo sponsoren we niet de fossiele sector aan de andere kant van de wereld, maar worden onze energiekosten opnieuw geïnvesteerd in de Gentse samenleving.
Dit bedrijf werkt verder aan een windplan en investeert in de verdere uitbreiding van het windmolenpark in de haven. Hierbij letten we erop dat de minimale afstand van 1.500 meter tegenover woonhuizen gerespecteerd wordt, zodat we geluidsoverlast en slagschaduw vermijden. Het energiebedrijf kiest ervoor om die investeringen zelf te doen en besteedt ze niet uit aan privépartners. Zo worden de grillen van de energiemarkt uitgevlakt, betaalbare prijzen verzekerd en stromen de opbrengsten terug naar de Gentenaar.
Door de verschillende dragers van energie, de energienetten zelf en de energiebesparing in één publiek bedrijf samen te bundelen, openen we de weg naar een efficiënt groen energiebeleid. Want integratie is de sleutel om de - soms grillige - productie van groene energie te kunnen stroomlijnen, dat leren de groene steden in Duitsland en Denemarken ons.
Het Gentse energiebedrijf investeert ook verder in het stedelijk warmtenet. Hierbij wordt de restwarmte van de industrie niet geloosd (op zich een zware vorm van vervuiling), maar gebruikt om de warmtevraag elders op te vangen. In Gent is er al op drie plaatsen een warmtenet uitgebouwd: van De Centrale naar de Citadellaan in het zuiden en de Tondelier in het noorden, van IVAGO naar het UZ Gent, en van Stora Enso naar Volvo Cars in de haven. Een overkoepelend plan blijft echter uit. Nochtans is het hergebruik van warmte voor industrie een duurzame manier van omgaan met energie. We willen een heffing op het lozen van restwarmte, zodat deze verspilling (die bovendien schadelijk is voor het milieu) tegengegaan wordt.
Een andere sleutel is de inspraak van de bevolking, die eindelijk zeggenschap krijgt over haar eigen energie. We willen geen ondoorzichtig beslissingsorgaan, maar een echt burgerbedrijf dat verantwoording aflegt aan de Gentenaars. Daarom moeten personeel van het bedrijf en burgers elk één derde van de raad van bestuur verkiezen en moet de bevolking de leden van de raad van bestuur kunnen kiezen en indien nodig afzetten. Alle vergaderingen moeten publiek zijn en Gentenaars moeten de mogelijkheid hebben om punten op de agenda te laten plaatsen wanneer ze 1000 handtekeningen inzamelen.
3. Een groene haven, troef voor onze jobs en het klimaat
- We bouwen North Sea Port uit als groene haven van de toekomst.
- We richten een Gents gemeentelijk energiebedrijf dat investeert in zonnepanelen en windmolens in de haven. Als haven zetten we in op de ontwikkeling van groene waterstoftechnologie.
- De stad Gent heeft heel wat hefbomen in handen om te wegen op het beleid van de bedrijven. We doen dat samen met de omwonenden, met het personeel en vakbonden van de betrokken bedrijven en met de klimaat- en milieubeweging.
- We steunen de eis van de vakbond dat ArcelorMittal de nodige investeringen doet om groen staal te kunnen produceren.
- Bij projecten in de stad en bedoeld voor de stad mag op korte termijn enkel nog CO2-arm staal gebruikt worden.
- We transformeren de haven tot een innovatieve circulaire hub met bedrijven die aan de slag gaan met de reststromen van de Gentse havenzone.
Meer achtergrondinformatie
We bouwen North Sea Port uit als groene haven van de toekomst. We zetten in op zonnepanelen en windmolens, en de ontwikkeling van groene waterstoftechnologie.
De stad Gent heeft heel wat hefbomen in handen om te wegen op het beleid van de bedrijven. We doen dat samen met de omwonenden, met de werkers en vakbonden van de betrokken bedrijven en met de klimaat- en milieubeweging.
We steunen de eis van de vakbond dat ArcelorMittal de nodige investeringen doet om groen staal te kunnen produceren. Bij projecten in de stad en bedoeld voor de stad mag op korte termijn enkel nog CO2-arm staal gebruikt worden.
We transformeren de haven tot een innovatieve circulaire hub met bedrijven die aan de slag gaan met de reststromen van de Gentse havenzone.
4. Gent gaat klimaatneutraal
- We krikken de klimaatambitie van de stad op: Gent kan klimaatneutraal zijn tegen 2040.
- Een effectief klimaatbeleid moet een integraal klimaatbeleid zijn. Het stadsbestuur moet volop haar verantwoordelijkheid nemen, ook in haar investeringsbeleid.
- We bouwen continu aan draagvlak voor het klimaatbeleid door vakbonden, middenveld en burgers structureel te betrekken van concept tot uitvoering van beleid.
- We starten een online klimaatbarometer die aangeeft hoe ver Gent staat op het pad naar klimaatneutraliteit in 2040. Deze barometer bevat tussentijdse objectieven en geeft aan wat al gerealiseerd is. Het stadsbestuur moet elk jaar publiek verantwoording afleggen over de voortgang.
- We zorgen voor een ruimtelijke ordening met integrale wijken waar alle diensten aanwezig zijn, zodat de energiezuinigste keuze ook de meest logische wordt.
- We reduceren fel de uitstoot van transport door volop in te zetten op de shift naar gratis openbaar vervoer, veilige fietsinfrastructuur en een uitgebreid publiek stadsdistributiecentrum voor klimaatneutrale leveringen.
- We bereiden de stad voor op de gevolgen van het veranderende klimaat. We zetten in op meer groene ruimte en open water om grote hoeveelheden neerslag te bufferen en de stad af te koelen.
- In de stad ondersteunen we waar we kunnen initiatieven die een circulaire economie met korte ketens stimuleren. Deelinitiatieven, repaircafés en lokale landbouwmarkten kunnen op ondersteuning rekenen.
Meer achtergrondinformatie
Gent kan klimaatneutraal zijn tegen 2040. Gent klimaatneutraal maken tegen 2040 draait om meer dan duurzame energie en minder CO2-uitstoot in de industrie. Het is een totaalvisie op de stad. Het gaat over anders omgaan met mobiliteit, met landbouw en wonen. Het gaat over heel bewust omgaan met de publieke ruimte. Wij willen van Gent een groene, ecologische stad maken. Dat is broodnodig om de leefbaarheid van de stad en de gezondheid van de Gentenaars te bewaken, inclusief de fragiele Gentse fauna en flora. Tegelijkertijd is het cruciaal ook om de effecten van klimaatverandering (zoals oververhitting en overstroming) op te vangen.
Klimaatbeleid is geen eiland op zich: het loopt als een groene draad door alle beleidsdomeinen heen. Onze concrete voorstellen hiervoor omschrijven we doorheen de verschillende hoofdstukken van dit programma.
We maken van Gent een stad waar de keuzes voor de fiets en het openbaar vervoer gewoon het meest voor de hand liggen. Daarvoor moeten ook voldoende alternatieven voorzien worden, wat nu niet het geval is. We kiezen resoluut voor gratis en frequent openbaar vervoer en investeren in deelmobiliteit.
In de ruimtelijke planning van onze stad verleggen we de prioriteiten. In een klimaatneutrale stad krijgen de winsten van projectontwikkelaars geen voorrang. Bij nieuwe stadsprojecten, maar ook bij de bouw en renovatie van sociale woningen moet energiezuinigheid, passiefbouw en natuurinclusief bouwen de norm zijn. De PVDA vindt dat elke Gentenaar moet kunnen wonen in een kwaliteitsvolle, energiezuinige woning. We richten de stad zo in dat verplaatsingen beperkt kunnen worden en het wijkleven kan heropleven. Dat wil zeggen dat in elke buurt basisvoorzieningen aanwezig zijn: winkels, diensten en medische centra, maar ook cultuurcentra, sportinfrastructuur, ontmoetingsplaatsen en open en groene ruimte.
Tot slot stimuleren we initiatieven die ook buiten de haven een circulaire economie organiseren. Denk hierbij aan deelinitiatieven en repair café’s. We versterken ook het aanbod aan korteketen- en boerenmarkten.