Skip to content

Stad Gent krijgt leegstand niet onder controle

Stad Gent krijgt leegstand niet onder controle

Op vier jaar tijd nam het aantal leegstaande woningen toe met bijna 50%, volgens de cijfers van de Dienst Toezicht van de Stad Gent. Het beleid van de Stad Gent schiet zwaar tekort om leegstand en verkrotting tegen te gaan. De PVDA vraagt de leegstandsheffing te verdubbelen en de opbrengst ervan te investeren in een stedelijke woondienst om de Gentse huurmarkt onder controle te krijgen.

Op jaarbasis steeg het aantal geregistreerde leegstaande woningen in Gent van 195 eind 2012 naar 289 eind 2016, een toename van bijna 50% op vier jaar tijd. Volgens de Stad Gent heeft dat te maken met een “betere registratie” van de leegstand in Gent. “Dat klopt”, zegt Gents PVDA-voorzitter Tom De Meester, “maar die betere registratie zou precies gepaard moeten gaan met een kordate aanpak van leegstand en verkrotting in onze stad. En daar knelt precies het schoentje.”

Uit de cijfers van de Dienst Toezicht van de Stad Gent, blijkt bovendien dat er meer dan 100 woningen die vandaag nog op het leegstandsregister staan, daar al langer dan 3 jaar op staan. “Er is dus een groot probleem van structurele leegstand”, reageert Tom De Meester. “Eigenaars laten hun huizen jarenlang leeg staan, omdat ze onvoldoende middelen of niet de juiste vergunningen hebben om de woningen terug bewoonbaar te maken, of omdat ze speculeren op stijgende woonprijzen in een bepaalde buurt. Maar ondertussen zijn er wel vele duizenden jonge gezinnen die op zoek zijn naar een betaalbare gezinswoning in Gent.”

Naast deze geregistreerde leegstand, is er ook nog veel “verborgen” leegstand in Gent. “Eigenaars hangen gordijntjes voor het raam, maken af en toe de brievenbus leeg en laten zelfs regelmatig een lamp branden om de indruk te wekken dat het huis bewoond zou zijn.” Op die manier ontlopen ze de leegstandsheffing van de Stad Gent.

De Stad Gent beschikt naast het leegstandsregister ook nog over een lijst “ongeschikte of onbewoonbaar verklaarde woningen”. Daarop staan vandaag 1.203 woningen, een kleine 30% meer dan aan het begin van deze bestuursperiode. Opnieuw staat ruim één derde (403 woningen) al meer dan 3 jaar op die lijst.

In het Gentse bestuursakkoord (punt 5.29) worden een aantal maatregelen aangekondigd om de leegstand op de Gentse woonmarkt terug te dringen:

5.29 Om zoveel mogelijk leegstaande woningen te kunnen detecteren in de stad maken we het meldpunt voor leegstaande woningen beter bekend. We verhogen de leegstandsheffing en zorgen ervoor dat ze ook effectief geïnd wordt. Indien dit wettelijk mogelijk is, wordt voor langdurig leegstaande panden de onteigeningsprocedure opgestart met als einddoel die te vervangen door kwalitatieve stadswoningen voor jonge gezinnen. We oefenen druk uit op de sociale huisvestingsmaatschappijen om de leegstand in sociale woningen tot een minimum te herleiden.

De eerste jaren na het afsluiten van dit akkoord werd er een inhaalbeweging gedaan op het vlak van de inning van de leegstandsheffing, die steeg tot 649.000 euro in 2014. Die inspanningen resulteerden in een hoog aantal nieuwe en geschrapte leegstaande woningen op de lijst. Maar de laatste jaren lijkt dit wat te slabakken. Het aantal geschrapte leegstaande woningen nam af en ook de opbrengsten uit de leegstandsheffing zakte weg tot 541.667 euro in 2015. Uit het meerjarenplan tot 2020 blijkt dat de Stad Gent niet van plan is om hier de komende jaren bijkomende inspanningen te doen.

“Het lijkt wel alsof de Stad Gent de strijd tegen de leegstand aan het opgeven is”, reageert Tom De Meester. “Wij vragen aan de nieuwe schepen van Wonen, Sven Taeldeman, om hier een absolute prioriteit van te maken.”

De leegstandsheffing in Gent ligt gevoelig lager dan in een aantal andere Vlaamse centrumsteden, zoals Leuven, Mechelen en Sint-Niklaas. Door een combinatie van hogere heffingen en een betere registratie van de leegstand, halen deze steden verhoudingsgewijs drie tot vier keer zoveel inkomsten op uit hun heffing op leegstand.

Het decreet grond- en pandenbeleid, dat de basis vormt voor deze heffingen, voorziet een minimumheffing van 1099 euro per leegstaande woning (geïndexeerd, 2016), maar geen maximumheffing. Zo bedraagt het basisbedrag in Gent 2.500 euro voor een volledige woning, hoewel deze in de stad Mechelen minimum 3.750 euro bedraagt.

De onteigeningsprocedure voor langdurig leegstaande panden, waarvan sprake in het bestuursakkoord, bleef tot nu toe dode letter. In 2013 kondigde burgemeester Daniël Termont aan daarvoor in de eerste plaats naar de Vlaamse overheid te kijken, maar de mogelijkheid om leegstaande woningen te onteigenen bestaat nu al in het kader van artikel 40 §4 van het Heffingsdecreet. Bij hoogdringendheid kan dit zelfs via een spoedprocedure bij de vrederechter:

§ 4. Wanneer een woning en/of gebouw gedurende meer dan 4 periodes van twaalf maanden opgenomen blijft op de inventaris, bedoeld in artikel 28, kan de Vlaamse rege­ring mach­ti­ging verle­nen tot ont­eige­ning ten alge­menen nutte ten be­hoeve van het Vlaamse Gewest, een sociale woon­or­ganisatie, het openbaar centrum voor maat­schappelijk welzijn en de gemeen­te.

Om lange gerechtelijke procedures te vermijden is het inderdaad ook zinvol om een dergelijke onteigening te voorzien in de Vlaamse Wooncode. Maar vooralsnog is er niets dat de stad zou mogen weerhouden om nu al procedures op te starten tegen de 67 Gentse woningen die al meer dan 4 jaar op het leegstandsregister staan. Het is vooral een politieke keuze om hier geen prioriteit van te maken.

De PVDA vraagt een harde en kordate aanpak van leegstand en verkrotting in Gent.

1. Verdubbel de leegstandsheffing en investeer de opbrengst in projecten voor betaalbaar wonen.

2. Bouw een eigen publieke woondienst uit om de stedelijke huurmarkt onder controle te krijgen. In het kader hiervan kan een grootschalig sociaal tewerkstellingsproject op poten gezet worden, waarbij jongeren aan het werk gezet worden en nieuwe betaalbare woningen op de woonmarkt aangeboden worden.

3. Voer, in woningen die verschillende jaren blijven leegstaan, de noodzakelijke renovaties zélf uit en verhaal de kosten vervolgens op de eigenaar, zoals voorzien in de Vlaamse Wooncode van 2007.