Nieuwe voorzitter voor PVDA Oost-Vlaanderen: maak kennis met Max Vancauwenberge

Nieuwe voorzitter voor PVDA Oost-Vlaanderen: maak kennis met Max Vancauwenberge

De PVDA in Oost-Vlaanderen heeft een nieuwe provinciale voorzitter. Maak kennis met Max Vancauwenberge (37 jaar), unaniem verkozen door de provinciale raad. Op ManiFiesta kan je hem ontmoeten in de Oost-Vlaamse tent (zaterdag 15u, voorafgaand aan het centraal moment), waar hij alvast enthousiast naar uitkijkt.

Je bent net unaniem verkozen door de Provinciale Raad als voorzitter. Hoe kijk je daar zelf naar en wat zijn je ambities?

Ik ben heel blij met het vertrouwen dat ik gekregen heb. Of het nu gaat om de strijd voor onze pensioenen, voor Palestina, voor vrede, voor de toekomst van onze industrie of tegen de besparingen in Gent: ik heb enorm veel goesting om erin te vliegen, samen met de leiding en met al onze leden. Als partij willen we wegen op het politieke debat, aanwezig zijn op het terrein, overwinningen behalen en verder groeien met nieuwe leden en basisgroepen overal in de provincie.

Hoe sterk staat de PVDA in Oost-Vlaanderen?

De afgelopen jaren zijn we overal gegroeid als partij. We hebben nieuwe basisgroepen opgericht met nieuwe leden, in Gent, Aalst, Sint-Niklaas, Zelzate, Ronse en ook in andere steden en gemeenten van de provincie. Bij de verkiezingen zijn we sterker uit de hoek gekomen: Robin Tonniau is verkozen in het federaal parlement, en Onno Vandewalle en Debby Burssens in het Vlaams Parlement. Lokaal haalden we voor het eerst verkozenen in Aalst en Ronse, naast Gent, Zelzate en Sint-Niklaas waar we al aanwezig waren. Dat zijn verwezenlijkingen waar we trots op mogen zijn.

Brecht Bruynsteen, die voorzitter was, blijft natuurlijk deel uitmaken van de leiding. Hij gaat zich de komende periode volop kunnen concentreren op de strategische uitdaging om onze partij overal in de provincie verder uit te bouwen.

Vertel eerst eens: waar kom je vandaan en hoe ben je geëngageerd geraakt?

Mijn vader komt uit Oost-Vlaanderen, mijn moeder uit Luxemburg in Wallonië. Zelf ben ik opgegroeid en heb ik gestudeerd in Brussel. Daar ben ik in 2011 begonnen bij Comac, de studentenbeweging van de PVDA, uit verzet tegen de splitsing van het land. Toen noemden we dat de “Frietrevolutie” (lacht).

En hoe ben je dan in Gent terechtgekomen?

Tien jaar geleden zijn mijn partner Sarah en ik naar Gent verhuisd. Ondertussen hebben we twee kinderen van 4 en 5. Sarah werkt in de distributie en is daar ook vakbondsafgevaardigde. Ik heb heel veel respect voor syndicalisten. Geëngageerde mensen in de vakbond zetten zich vaak dag in dag uit voor hun collega’s. Vaak met kleine zaken, een luisterend oor. Soms met actie.

Engagement combineren met twee jonge kinderen, hoe lukt dat?

Dat vraagt organisatie (lacht). We plannen goed, doen beroep op grootouders en babysits, en we reserveren ook momenten die helemaal voor ons vieren zijn, waar we volop van genieten.

Ik vind het ook belangrijk dat onze dochters zien dat hun mama geëngageerd is. Engagement is nog te vaak een mannenzaak, of het nu gaat over politiek, syndicaal werk of iets anders.

Eigenlijk zijn het de werkuren van Sarah die soms het moeilijkst te combineren zijn, wanneer ze tot laat en op zaterdag moet werken. 

Wat doe je buiten de politiek, wat zijn je hobby’s?

Ik heb een tijd in competitie amateur gebokst, meer dan 15 jaar geleden ondertussen… en een pak kilo’s lichter (lacht). Mijn trainer zei toen ik stopte: ‘Bokser blijf je voor het leven.’ En dat klopt, want sinds kort ben ik terug begonnen, één keer per week. Het voelt als thuiskomen.

Wat ik ook zo apprecieer aan boksen is het rebelse karakter. Natuurlijk is er, zoals in veel sporten, een businesskant. Maar tegelijk is boksen ook een rebelse en volkse sport. Muhammad Ali, de grootste bokser aller tijden, belichaamde dat perfect. Met zijn bokskunst én met zijn standpunten tegen racisme en tegen de Amerikaanse oorlog in Vietnam. En dan is er Cuba, dat al meer dan een halve eeuw onder de blokkade van het Amerikaanse imperialisme leeft, maar er toch in slaagt om de Amerikaanse reus in de ring uit te dagen én gouden medailles te winnen op de Olympische Spelen. Met een eigen stijl die elegantie en grote beweeglijkheid combineert met uitzonderlijke technische beheersing. En tenslotte, in de bokszalen ontmoet je ook veel jongeren die het niet altijd makkelijk hebben, maar die toch beslissen om te vechten en hun hoofd recht te houden. 

Wat doe je nog graag in je vrije tijd?

Eens iets gaan eten of iets gaan drinken, dat is altijd welkom (lacht).

Met de kinderen ga ik geregeld naar de Gentse haven om naar de schepen te kijken. Waar ze vandaan komen, waar ze naartoe gaan, wat ze vervoeren… Een haven is eigenlijk een poort op de hele wereld.

Ik wandel ook graag in het Bourgoyen, dat brengt rust. En ik lees graag. Tijdens mijn vakantie stond ik soms wat vroeger op om in stilte een koffie te drinken en wat te lezen, voor de kinderen wakker werden en definitief een einde maakten aan de rust (lacht).

Je hebt voor LAVA artikels geschreven over de industriële crisis in Europa, die intussen ook in Duitsland, Nederland en Spanje zijn gepubliceerd. Waarom is dat zo’n belangrijke kwestie? 

De Europese industrie zit in een diepe crisis. De oorzaken zijn gekend: te hoge energieprijzen, achterstand in nieuwe technologieën, te weinig investeringen in infrastructuur en onderzoek, en multinationals die liever dividenden uitkeren dan te investeren. En daarbovenop nu nog de handelsoorlog van Trump.

De politiek van ‘alles-voor-de-markt’ en het daaraan gekoppelde besparingsbeleid heeft ons in een doodlopend straatje gebracht. Vandaag dreigt de desindustrialisering van het hele continent. De Europese Unie kiest vandaag voor de vlucht vooruit, met een beleid van alles-op-oorlog en militarisering. Maar om te begrijpen waarom dat het risico op oorlog verhoogt en onze industrie níét gaat redden, nodig ik jullie uit om de volgende video op het YouTube-kanaal van FAKTO te bekijken, waar we de tijd nemen om dat uit te leggen.

Wat we nodig hebben om onze industrie te redden, is een publiek investeringsplan in energie, transport, huisvesting, zorg en digitalisering. Een plan dat vertrekt van de noden van de mensen.

En wat betekent dat concreet voor Oost-Vlaanderen, bijvoorbeeld voor de Gentse haven?

Heel veel. In de Gentse haven werken meer dan 60.000 mensen. Tel je daar het volledige North Sea Port bij — de fusiehaven van Gent, Terneuzen en Vlissingen — dan gaat het om meer dan 100.000 werknemers. Je vindt er de staalarbeiders van ArcelorMittal, de metallos van Volvo Cars, Volvo Trucks, MC Syncro, Brose en Plasman. De chemiearbeiders van Oleon, Eastman, Kronos, Molymet en Rain Carbon. De kartonarbeiders van Stora Enso. De siloarbeiders van Euro-Silo. En natuurlijk de havenarbeiders. En nog veel anderen. 

Neem ArcelorMittal. Hun investeringen in groen staal zijn on hold gezet. Tegelijk investeren ze massaal buiten Europa en testen ze al om staal van daaruit in te voeren. Vakbonden slaan overal alarm, terecht. In Frankrijk pleit de CGT bij ArcelorMittal Duinkerke vandaag voor nationalisatie. Die eis heeft de verdienste het debat op tafel te leggen: gaan we echt toelaten dat ArcelorMittal beslist om de Europese staalindustrie gewoon af te bouwen? ArcelorMittal Gent heeft altijd op veel overheidssteun mogen rekenen en heeft de voorbije jaren honderden miljoenen winst gemaakt, dankzij de inzet van zijn werknemers. Dat geld moet terug geïnvesteerd worden in de toekomst van onze staalindustrie, niet in delokalisatie en dividenden.

Je bent al lang geëngageerd voor Palestina, waar je ook al twee keer zelf naartoe bent geweest. Kan je daar iets meer over vertellen?

Ik ben twee keer in Palestina geweest, in de bezette Westelijke Jordaanoever, zo’n tien jaar geleden. Dat waren solidariteitsreizen met het Palestijnse volk, tegen de bezetting en kolonisatie door Israël. (blijft even stil) Er zijn eigenlijk geen woorden om de horror van de kolonisatie te beschrijven die ik toen met mijn eigen ogen heb gezien. Een horror die vandaag apocalyptische proporties aanneemt. De hele wereld ziet hoe Israël al 22 maanden lang een genocide uitvoert in Gaza. En dat is alleen mogelijk door de actieve steun van de VS, de EU en ook België. Ons land weigert de Israëlische ambassadrice uit te wijzen, weigert Palestina te erkennen, weigert een embargo in te voeren. Dat is medeplichtigheid. Maar er is ook hoop: steeds meer mensen komen op straat en het draagvlak voor sancties tegen Isräel blijft ook groeien. 

Veel succes als voorzitter!

Bedankt! En ik wil meteen iedereen uitnodigen voor ManiFiesta op 13 en 14 september. Het Feest van de Solidariteit. Twee dagen om samen te bouwen aan de wereld zoals die zou moeten zijn. Ik heb er echt heel veel zin in!