Als ecologist kiezen voor de PVDA

Als ecologist kiezen voor de PVDA

20 april 2022

"Voor het eerst sinds de doorbraak van de groenen bijna veertig jaar geleden staat er een echte verschuiving van het linkse partijenlandschap op til", schrijft Matthias Lievens. "De PVDA staat op het punt om een plek te veroveren in de politieke arena."

Dit zijn historische verkiezingen

Al meer dan twintig jaar volg ik de ontwikkelingen ter linkerzijde op de voet. Nooit was ik zo optimistisch. Als activisten in sociale bewegingen, van het andersglobalisme tot de climate justice beweging en de vakbond, werden we altijd weer met hetzelfde probleem geconfronteerd: nooit was er een politieke kracht die ons echt vertegenwoordigde. Groen en individuele sociaaldemocraten deden soms verdienstelijke pogingen. Maar geen enkele politieke partij vertolkte echt onze kritiek op de vermarkting, de Europese constructie, de uitverkoop van het ecosysteem.

België was eigenlijk een anomalie in Europa: terwijl elders in Europa nieuwe linkse formaties opstonden om de strijd tegen het neoliberalisme op het politieke niveau te vertolken, gebeurde dat niet in België. Dat was niet omdat er hier geen protest was. Dat was er wel degelijk, met zelfs algemene stakingen en massademonstraties met soms honderdduizend deelnemers. Maar de opposanten van de neoliberale EU, de andersglobalisten, de grote bewegingen tegen het Generatiepact en andere pensioenhervormingen, de critici van het groene marktdenken, ze bleven zonder politiek verlengstuk en botsten op de muur van de politieke macht.

Die tijd is voorbij. Voor het eerst sinds de doorbraak van de groenen bijna veertig jaar geleden staat er een echte verschuiving van het linkse partijenlandschap op til. De PVDA staat op het punt om een plek te veroveren in de politieke arena. Nu al voel je de effecten van de doorbraak die er zit aan te komen: de sfeer in de vakbond verandert, sociaaldemocraten en groenen moeten hun best doen om hun linkerflank af te dekken, de thema’s van de PVDA bepalen heel geregeld de politieke agenda (van belastingontduiking door multinationals tot de Turteltaks, van het protest tegen de graaicultuur tot de sociale woonnood). De politieke toestand blijft erg moeilijk, maar eindelijk beweegt er iets ter linkerzijde!

Daarom zijn dit historische verkiezingen, die ver het lokale belang overstijgen. De politieke toestand kan echt veranderen in dit land en in Gent en andere steden als de PVDA erin slaagt zich duurzaam op de electorale kaart te zetten: eerst lokaal, daarna nationaal. De PVDA brak al door in Franstalig België, maar nog niet in Vlaanderen. Een nationaal sterke PVDA kan de N-VA-agenda grondig bemoeilijken. Een sterke lokale vertegenwoordiging maakt nu al een verschil: dat zien we in de steden waar de partij al verkozenen heeft.

De laatste twintig jaar was het elke verkiezingsavond al rechts wat de klok sloeg: daar bevonden zich de grote verschuivingen en doorbraken. Het komende jaar moet de verkiezingsavond opnieuw een feest voor links worden. Het wordt erop of eronder: laten we onze afspraak met de geschiedenis niet missen.

Klimaatactivisten aller landen, tijd om een serieus tandje bij te steken.

Hittegolven, bosbranden, warmterecords: de klimaatverandering is bezig. Rond 2015 moeten de emissies beginnen dalen, stelde het IPCC toen we aan het mobiliseren waren voor de klimaattop in Kopenhagen in 2009. We zijn 2018 en de mondiale uitstoot bereikt recordhoogtes. We zijn resoluut op weg naar catastrofale klimaatverandering. Trump, de N-VA en de grootindustrie kijken weg. Het beleid dat intussen gevoerd wordt, is het soort beleid dat we begin jaren ’90 hadden moeten zien. We lopen minstens twee decennia achterop.

In Gent gebeuren intussen veel goede dingen. “Wij zijn de groene economie”, klonk het in 2009 nog bij de groenen. Vandaag luidt het dat “Gent is wat we delen”: commons en deelpraktijken staan centraal. Dat is een erg positieve verschuiving, wellicht mee het gevolg van grassroots initiatieven en, wie weet, misschien ook wel van publicaties als De mythe van de groene economie. De hele linkerzijde zou het commons-verhaal moeten omarmen, een verhaal dat eigenlijk altijd al bestaan heeft in Gent: van de Vooruit tot de anarchistische krakerscollectieven. Maar als fervent cohouser, Ecopower-coöperant, autodeler, en lid van een zelfplukboerderij zie ik ook limieten. In de jaren 1840 maakte Marx brandhout van Proudhons ideeën over hoe het kapitalisme van binnenuit via alternatieve economische initiatiefjes zou ontbonden worden, alsof er geen strijd meer nodig zou zijn. Een soort van neo-proudhonisme lijkt vandaag springlevend. We moeten discussies van bijna 200 jaar natuurlijk niet hernemen. Het kan perfect een ‘en-en’ verhaal zijn, hoe meer commons-initiatieven hoe beter. Maar laten we nuchter blijven over de grote inzet, en ons ambitieniveau hoog genoeg houden. Dat houdt onder andere in: zeker niet zwijgen over de klimaatimpact van bedrijven in de Gentse haven zoals het stadsbestuur doet (87% van de Gentse uitstoot!). Mede dankzij een reële inplanting in tal van bedrijven wordt er in de PVDA heel actief nagedacht over een klimaatpolitiek voor de haven, over strategieën om van de cokesverbranding af te geraken, om eindelijk treintransport naar de haven te organiseren, en over de opslag van hernieuwbare energie (zie daarover het verkiezingsprogramma). De grote veranderingen die nodig zijn vergen een strategie en een maatschappelijke inplanting die ver voorbij de opschaling van commonsinitiatieven gaat. We moeten het concurrentieprincipe van de markt zelf in vraag durven stellen.

Het circulatieplan is een serieuze stap in de goede richting. Maar het plan is onvolledig: dat zien we op de ring en in de wijken buiten het stadscentrum. Fietsen kan op veel plaatsen nog steeds niet aangenaam en veilig, en het openbaar vervoer blijft ondermaats. De centrumstad verbetert: leuk voor toeristen en shoppers. Maar de minder begoede Gentenaars die wonen in wijken buiten het centrum blijven giftige lucht inademen. Er is meer nodig om het aantal auto’s drastisch te verminderen. Met zijn campagne voor gratis openbaar vervoer heeft de PVDA een overtuigend project. In combinatie met circulatieplannen kan het voor een echte kentering zorgen die ook sociaal is. De PVDA haalt de mosterd bij sommige van de meest vooruitstrevende steden in Europa, waar het openbaar vervoer al gratis werd gemaakt. Gratis openbaar vervoer in Gent vergt een investering van 11 miljoen euro. Om een idee te geven van de grootteorde van dit bedrag: de inkomsten aan boetes en parkeergeld bedragen jaarlijks 30 miljoen euro. Het is ambitieus, maar mogelijk. Hopelijk kunnen dergelijke ideeën de hele linkerzijde in onze stad in beweging brengen en het debat over mobiliteit op een hoger niveau verheffen.

De PVDA heeft een uitgebreid ecologisch programma dat nu al het debat mee bepaalt, inclusief een stedelijk energiebedrijf, een masterplan voor isolatie en energie-efficiëntie, de afbraak van autosnelwegen in de stad, en de vergroening van de publieke ruimte.

Voorbij de alternatieve middenklasse

In de milieu- en commonsbeweging ontmoet ik veel mensen zoals mezelf: blanke, geschoolde alternatieve middenklassers. Dat is geen kritiek, maar de vaststelling van een limiet. De keuze voor de PVDA is de keuze om die sociologische limiet te doorbreken. De PVDA heeft een heel consistente werking en inplanting in volkse wijken en arbeidersmilieus, groepen die je vaak moeilijk kunt bereiken met de klassieke ecologische verhalen over vegetarisme of duurzaam consumeren, maar die heel goed beseffen dat het helemaal anders moet. Daar bevindt zich een potentieel om ver uit het typisch groene milieu te breken, met een programma dat gaat voor structurele, sociale maatregelen. Om met de milieustrijd een sprong voorwaarts te maken en een breed draagvlak te creëren voor klimaatpolitiek is dat essentieel.

De PVDA zet sterk in op de verkiezingen, maar het hart van zijn activiteit bevindt zich in volkswijken en bedrijven, in concrete acties en campagnes. Die activiteit blijft vaak onder de radar, maar ik ben er diep van onder de indruk. Geen arbeidersprotest of de PVDA neemt eraan deel. De antennes van de PVDA capteren als geen ander het sociaal ongenoegen. Dat soort inplanting en engagement, daar kan je als ecologist alleen van dromen.

Tegelijk is het niet altijd gemakkelijk: de PVDA is actief in milieus waar veel mensen ook geneigd zijn om foert te zeggen, de strijd en de moraal op te geven, en uit onmacht rechts of extreemrechts te stemmen. Partijmilitanten zijn actief op plaatsen en in bedrijven waar mensen met allerlei kleuren en culturele achtergronden samenwonen en –werken. Daar voeren ze de echte strijd voor antiracisme en interculturaliteit, veel meer dan gebeurt op spreekwoordelijke couscousfeesten. Samenwerken rond concrete thema’s is het beste recept tegen het racisme. De PVDA bevindt zich daarmee in het hart van de confrontatie tussen links en (extreem)rechts, op het terrein. De sociaaldemocraten zijn de arbeiders grotendeels verloren, de groenen kunnen ze moeilijk winnen. De PVDA heeft het potentieel om gefrustreerde kiezers terug in het linkse kamp te trekken. De PVDA is de ‘frontier’ van links.

Tom maakt het verschil

Puur op basis van inhoudelijke sterkte, maatschappelijke inplanting en actie van onderop wist Tom De Meester het debat en de politieke agenda in Gent mee te bepalen, zelfs van buiten de gemeenteraad. En het is nodig. De huidige meerderheid kan een positief palmares voorleggen, zeker in vergelijking met andere steden zoals Antwerpen. Maar er blijft een grote nood aan een constructieve linkse oppositiestem die de aandacht richt op de blinde vlekken van het beleid: de woningnood, de armoede, de nood aan een sterkere klimaatambitie. Tom speelde in een vernuftige campagne een sleutelrol in het afserveren van de Turteltaks op Vlaams niveau. Ik wil die initiatiefkracht in de gemeenteraad aan het werk zien.

Zonder de PVDA in de gemeenteraad is er een reëel democratisch risico: de oppositie volledig aan rechts overlaten is een recept voor verdere verrechtsing van het opinieklimaat. De rechtse demagogie van de afgelopen jaren, onder andere over het circulatieplan, is symptomatisch. Een linkse, inhoudelijk sterke en constructieve oppositie is essentieel om die ontwikkeling af te blokken. Tom De Meester kon de N-VA de afgelopen periode vaak op een krachtiger manier van repliek dienen dan meerderheidspolitici wiens handen gebonden zijn aan allerhande bestuursakkoorden. Nu de N-VA in Gent verzwakt is, en het kartel zich opmaakt voor een nieuwe bestuursperiode, is een stem op Tom de nuttigste stem.

De vernieuwde PVDA staat er

De PVDA is geen partij als een ander. Het is een organisatie van mensen met een hoge graad van engagement, een heel sterke morele bewogenheid, een authentieke gerichtheid op de werkende klasse, een partij van doeners eerder dan van grote intellectuele debatten. De partij is het product van de geschiedenis, met zijn hoogtepunten en mislukkingen. Het heeft een tijdje geduurd, maar de PVDA heeft zich vandaag grondig vernieuwd. Na de val van de muur in 1989 was de crisis ter linkerzijde uiterst diep. Bijna dertig jaar later mogen we blij zijn dat de PVDA niet meegezakt is in die malaise.

De verandering die Peter Mertens sinds een tiental jaar doorzet, is grondig, oprecht, en niet louter cosmetisch. Geen enkele organisatie is perfect, en elke partij heeft zijn gebreken. Maar iedereen die met de PVDA en zijn militanten werkt, kan in de praktijk het enorme verschil ervaren in vergelijking met twintig of dertig jaar geleden. De partij stelt heel bewust dat hij de problemen niet voor de mensen zal oplossen, maar wil hen vooral stimuleren om zelf in beweging te komen. De ideologische deuren werden opengegooid voor ecologie, feminisme en superdiversiteit en die openheid kan je in de praktijk merken. Ik ervaar een zeer grote bereidheid om rond die thema’s de dialoog aan te gaan en met anderen samen te werken, en daarin wil ik voluit mijn rol spelen: de verdere ecologisering van de strategie en het programma van links is essentieel.

De internationale politiek van de PVDA is voorzichtiger geworden, zijn werkingsterrein diverser, zijn politiek personeel jonger en vrouwelijker. De partij behoudt tegelijk zijn ruggengraat: de kritiek van het kapitalisme en de oriëntatie op de wereld van de arbeid. De partij is niet getrouwd met het verleden, en van dat verleden worden vooral de positieve erfenissen omarmd. Hoeveel andere linkse partijen blijven vasthouden aan het principe van de Parijse Commune in 1871 dat verkozenen niet meer moeten verdienen dan de werkers die ze vertegenwoordigen?

De vernieuwing van links neemt internationaal vele vormen aan: van Corbyn en Sanders tot Podemos en La France Insoumise. De zoektocht naar een uitweg uit de sociale crisis is internationaal volop bezig. De PVDA heeft het grote voordeel over een duurzame organisatie en een sterke inplanting te beschikken. Met zijn ideologische en programmatorische vernieuwing is de partij helemaal klaar om een eersteplansrol te spelen in de Gentse en Belgische politiek. Voor iedereen die genoeg heeft van de vermarkting, het racisme en de verrechtsing is dat een zuurstofbel.
Met de PVDA krijgt politiek terug een inzet

De N-VA trok het politieke speelveld naar rechts. Wie anders dan de PVDA kan voor een tegengewicht zorgen? Dat tegengewicht zal er niet komen door Twitteroorlogjes te voeren over de Islam en politieke correctheid, noch door te azen op bestuursdeelname als doel op zich, maar door het diverse verzet tegen het neoliberalisme te organiseren en zichtbaar te maken. Het potentieel van een authentieke, socialistisch geïnspireerde partij met diepe maatschappelijke wortels, een sterke aanwezigheid in sociale bewegingen, en geloofwaardige voorstellen is heel reëel, ook in Vlaanderen. De aanpak van de PVDA appelleert aan een gevoel van verontwaardiging over sociaal onrecht dat diep geworteld is onder de Vlamingen. De voorbije tien jaar was de N-VA aan zet. De komende tien jaar moet het de andere kant uit gaan. Ik heb er goede moed in.

--

Matthias Lievens is professor filosofie aan de KULeuven, co-auteur van 'De mythe van de groene economie' en verruimingskandidaat (nr. 9) op de lijst van de PVDA in Gent.