Skip to content

[longread] Leegstand in de Burgse Poort : een absurd opvallend fenomeen

[longread] Leegstand in de Burgse Poort : een absurd opvallend fenomeen

U mag het zien als een uitdaging: wandel eens een half uur rond in de Brugse Poort zonder een leegstaand pand op uw weg te vinden. Het klinkt hard, maar het blijft een realiteit. Eén van de dichtst bevolkte wijken in de Gentse binnenstad kampt met een merkwaardig fenomeen: leegstand van bescheiden gezinswoningen. 

Daar waar de prijzen voor woningen de laatste jaren ergens halverwege het bakken uit de pan zijn gevlogen, ontstaan in de Brugse Poort een straatbeeld dat pijnlijk herkenbaar wordt: de leegstaande, verwaarloosde woning middenin de levendige straat. Het is een buurt gevuld met enthousiaste inwoners, moedwillig aan het bouwen aan hun leven en het wooncomfort dat ze hierbij wensen. Laten we er geen buurt van maken gevuld met lege huizen.

Een iets uitgebreidere kijk op de leegstand in de Brugse Poort lijkt aan de orde, willen we hier voorbereid en met een goede portie gezond verstand aan beginnen.

De industriële erfenis van de Brugse Poort

Ondanks haar vroege geschiedenis als groen buitengebied ten noordwesten van het middeleeuwse Gent, dankt de Brugse Poort haar huidige uitzicht voornamelijk aan haar geschiedenis als deel van de negentiende eeuwse industriële gordel rond Gent. De wijk vormt een schoolvoorbeeld voor hoe de industriële revolutie de vorm van de stad heeft doen veranderen. Door haar geschikte ligging aan waterwegen en handelsroutes was dit lang ongemoeid gelaten gebied de perfecte locatie om nieuwe grootschalige industrie te huisvesten. Twee bedrijven vestigden zich in die periode op deze strategische locatie: het metaalbedrijf n.v. Le Phoenix van de ondernemer Huyttens-Kerremans en de textielfabriek Société Linière La Lys van ondernemer Clemmen. Deze bedrijven drukken tot op vandaag hun stempel op de wijk, zij het in de vorm van de straatnamen: de Vlasgaardstraat en de Weverstraat getuigen bijvoorbeeld nog van de textielindustrie en de Phoenixstraat en -brug verwijzen naar het vroegere metaalbedrijf. De Rooigemlaan werd aangelegd in functie van de aanwezige industrie, zodat deze op een eenvoudigere manier haar goederen kon transporteren.

Het is ook net door de aanwezigheid van deze grootschalige bedrijven dat de toenmalige arbeidersbevolking naar de wijk trok. Beluik na beluik, straat na straat, ontstond de wijk die we vandaag kennen. Op een totaal ongeplande wijze, ontstond een stratenpatroon met kleine -vaak armoedige- arbeidershuisjes. Hierin was de Brugse Poort zeker niet de enige: verschillende wijken in Gent kennen een gelijkaardige geschiedenis, denk maar aan het Rabot of Dampoort. De Brugse Poort blinkt echter uit in de complete afwezigheid van enige vooropgestelde ruimtelijke visie. Dit heeft ook sterk te maken met de enorm snelle groei van de Brugse Poort als wijk. De bevolkingsexplosie van de negentiende eeuw, voornamelijk bestaand uit een arbeidersbevolking die het platteland had ontvlucht, liet geen tijd om op een doordachte wijze huisvesting te voorzien.

De Brugse Poort blinkt uit in de complete afwezigheid van enige vooropgestelde ruimtelijke visie.

Gedurende de twintigste eeuw veranderde de situatie in de wijk. De bedrijven kwamen in financiële moeilijkheden en verdwenen, de wijk bleef achter. De arbeidersbevolking maakte met sociale strijd een sociale klim mogelijk en van zodra de mogelijkheid bestond, verliet men het armoedige bestaan in de Brugse Poort. Het woonbestand bleef, in vergelijk met andere stadsdelen, van een minderwaardige kwaliteit en bleek een toevluchtsoord voor iedereen die het minder breed had.

Het is de erfenis van de Brugse Poort, één van de meest dichtbevolkte wijken van Gent. Deze erfenis echter, maakte dat elk plekje, hoe onbenullig ook, een functie had binnen het grotere weefsel van de wijk. De inwoners van de Brugse Poort hebben dan ook een sterke band met hun wijk. Projecten die inzetten op gemeenschappelijke ruimte, zoals het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’, kennen een groot succes bij de bewoners omwille van de grote noodzaak aan kwalitatieve open ruimte.

Moeilijker wordt het echter wanneer we de private woningen onder de loep nemen. De armoedige arbeidershuisvesting van weleer is gelukkig vandaag opgewaardeerd tot bescheiden gezinswoningen binnen een levendige wijk. Inwoners zetten hun schouders onder hun bouwprojecten en vergroten op eigen initiatief, al dan niet gebruik makend van de mogelijke ondersteuning, hun private wooncomfort. De wil van de inwoners van de Brugse Poort om de industriële erfenis om te keren naar een succesverhaal, is enorm. Wandelend doorheen de wijk is dàt wat zou moeten uitschijnen. De opvallende leegstand van woningen in de wijk vormt een doorn in het oog, te meer omwille van de hoge nood aan bescheiden en betaalbare woningen in de Gentse binnenstad.

De wil van de inwoners van de Brugse Poort om de industriële erfenis om te keren naar een succesverhaal, is enorm.

Leegstand?

Wat houdt dat nu net in, die leegstand? En hoe wordt een pand dan als leegstaand beoordeeld? Welke gevolgen heeft zo’n classificatie dan wel? Doe uw gordel aan, de wetgeving komt eraan.

Om te beginnen: wanneer in dit artikel het woord leegstand opduikt, vallen leegstaande bedrijfsruimten daar niet onder. Deze hebben een heel eigen wetgeving gekregen en kunnen dus niet samen met doorsnee woningen worden bekeken. Het is correct dat er ook een zekere problematiek bestaat bij bedrijfsruimten, maar hierop wordt nu niet ingegaan. Indien dit u echter boeit, kan ik u alvast doorverwijzen naar het ‘decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten’. In dit artikel wordt echter uitsluitend gekeken naar het leegstandsregister voor woningen, aangezien hier nu net dat pijnpunt te vinden is.

Welkom in de wondere wereld van de ruimtelijke ordening, waarin elke vierkante meter sinds een goeie veertig jaar een bestemming opgelegd gekregen heeft. Dit wil zeggen dat elk perceel (en bij uitbreiding dus ook elk pand) een functie toegewezen heeft gekregen en dat het gebruik van dat pand ook overeen dient te komen met die functie. Deze functie kan gewijzigd worden op verschillende manieren, zoals bijvoorbeeld door een omgevingsvergunning (de vroegere stedenbouwkundige vergunning) of wanneer een overheid beslist een nieuw plan op te maken voor een bepaald gebied. Het punt is, dat er steeds een functie van de ruimte bestaat en er met andere woorden dus ook gebieden bestaan die bestemd zijn voor wonen. Binnen dergelijke gebieden kunnen vele functies plaatsvinden, zolang ze maar verenigbaar zijn met wonen. Voor alles wat te maken heeft met wonen, mag ik u verwelkomen in de wondere wereld van het woonbeleid. Voor alles wat te maken heeft met leegstaande woning, stel ik u graag voor aan het decreet betreffende het Grond- en Pandenbeleid. Wat een genoegen.

Elke gemeente heeft sinds 2010 de verantwoordelijkheid om een register bij te houden van de panden die op haar grondgebied leeg staan. Hieronder wordt verstaan dat het pand al minstens een jaar voor meer dan de helft van haar vloeroppervlakte niet wordt gebruikt conform de functie die het gebouw heeft. Even kort door de bocht: een woning van 200m2 staat als volgt leeg als er gedurende minimum twaalf maanden slechts op 99m2 effectief gewoond wordt. Zulke voorbeelden komen uiteraard niet vaak voor, de nadruk blijft liggen op volledige leegstand. Hier zijn op zich een heleboel kanttekeningen en uitzonderingen bij op te merken, maar daar val ik u even niet mee lastig.

Elke gemeente heeft sinds 2010 de verantwoordelijkheid om een register bij te houden van de panden die op haar grondgebied leeg staan.

Om een vermoeden van leegstand te controleren houden de inventarisbeheerders rekening met bepaalde indicatoren. Het ontbreken van een domicilie in het bevolkingsregister of de afwezigheid van een aansluiting op elementaire nutsvoorzieningen zijn eenvoudig te controleren aspecten. Wanneer er na deze eerste controle een vermoeden van leegstand bestaat, kan de bevoegde gemeentelijke of stedelijke dienst een technisch inspecteur op locatie onderzoek laten doen. Vervolgens wordt een administratieve akte van leegstand opgesteld. Het verder verloop van zo’n procedure wordt per gemeente bepaald, maar volgen doorgaans dezelfde stappen. Hieronder zal dit in iets meer detail voor Gent worden besproken. Wat hier nog van belang is, is dat deze inventaris elk jaar wordt geactualiseerd. Tegen 31 april dienen alle panden op de inventaris op hun leegstand te worden gecontroleerd en dienen de gegevens van de betrokken personen te worden nagekeken. Vervolgens bezorgt elke gemeente deze inventaris aan Wonen-Vlaanderen.

Het Gentse leegstandsreglement

Terug naar de Brugse Poort. In Gent wordt de opmaak van het leegstandsregister en de daaraan gekoppelde belasting op leegstand in goede banen geleid door een stedelijk reglement. Dit reglement is vrij consulteerbaar via de website van de stad en hierin wordt beschreven hoe een pand op de inventaris komt te staan en wat daar de consequenties van zijn. In Gent, zo valt te lezen in dit reglement, is de inventarisbeheerder van het leegstandsregister de stedelijke Dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu. Het is dus ook deze dienst die bevoegd is met het aftoetsen van de objectieve criteria die aanleiding geven tot een vermoeden van leegstand. Enkele voorbeelden hiervan zijn het ontbreken van een domicilie of een aansluiting op nutsvoorzieningen, maar bijvoorbeeld ook dichtgemaakte ramen en brievenbussen, schade aan de woning, het schrijnwerk of het interieur, of een melding van leegstand door de politie of de stadswacht. Op basis van deze objectieve criteria kan vervolgens een oordeel worden geveld over het al dan niet leegstaan van de woning. Hierna wordt de eigenaar, in de brede zin van het woord, op de hoogte gesteld van het vermoeden van leegstand en krijgt deze de mogelijkheid hiertegen in beroep te gaan. Wanneer na de beroepstermijn wordt beoordeeld dat het weldegelijk om een leegstaande woning gaat, belandt het pand op de inventaris van leegstaande woningen en gebouwen.

Wanneer na de beroepstermijn wordt beoordeeld dat het weldegelijk om een leegstaande woning gaat, belandt het pand op de inventaris van leegstaande woningen en gebouwen.

Vanaf dat ogenblik begint de klok opnieuw te lopen. Op het moment van opname in de inventaris, moet het pand zoals hierboven vermeld, al een jaar lang effectief leegstaan. Met andere woorden dient bij elk pand dat x-aantal jaar op de inventaris staat in principe gerekend worden dat het pand al x+1 jaar leegstaat. De leegstand zelf is echter pas een belastbaar feit indien het pand minstens 1 jaar op de inventaris staat. Zo werken die dingen nu eenmaal. Het is echter wel zo dat bij het belasten van deze leegstand wél rekening wordt gehouden met dit extra jaar, aangezien de berekening van de leegstand als volgt verloopt: de belasting is verschuldigd voor elk jaar dat het pand op de inventaris staat +1.

Een voorbeeld: woning A werd vier jaar geleden opgenomen in de inventaris en is dus voor deze vier jaar belastbaar. Volgens de berekening echter dient deze vier jaar vermeerderd te worden met nog een jaar en op deze manier wordt de eigenaar van woning A ook belast voor het jaar dat woning A reeds effectief leeg stond, voor het op de inventaris is beland. De eigenaar van woning A dient vervolgens vijf maal (want 4 + 1) de verschuldigde belasting te betalen. Hoeveel dit dan juist bedraagt, wordt hieronder verder verduidelijkt. Het is echter belangrijk hier nog een voetnoot aan toe te voegen, namelijk dat een woning slechts voor maximaal 4 jaar aanwezigheid op de inventaris kan worden belast. Via deze maximum grens kan een eigenaar dus nooit meer dan vijf maal (want 4 jaar + 1) de verschuldigde belasting moeten betalen. Met een gelijkaardig voorbeeld zal de eigenaar van woning B, dat al zes jaar op de inventaris staat, even veel moeten betalen als de eigenaar van woning A. Woning B kan namelijk slechts voor maximaal vier van de zes jaar aanwezigheid op de inventaris worden belast. Een bijkomende opmerking hierbij is dat bij het vaststellen van deze aantal jaren geen rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat de woning een tijdlang werd vrijgesteld van deze belasting. De eigenaar van woning C, dat al drie jaar op de inventaris staat maar voor twee van die drie jaar een vrijstelling verkreeg op deze belasting, in het derde jaar nog steeds zal worden belast op de volledige drie jaar (plus 1) dat het pand leegstond en niet op het ene jaar dat er geen vrijstelling werd verleend. Voor de eigenaar van woning C geldt als volgt dat hij vier maal (want 3 + 1) het verschuldigde bedrag zal moeten neerleggen.

Met deze berekening, en alle daarbij horende voetnoten, is er eigenlijk nog niet veel gezegd. Om wenkbrauwen in beroering te brengen, dienen er bedragen op tafel gesmeten te worden. U vraagt, wij draaien.

De basisbelasting bedraagt €1.250 per kamer in het leegstaand pand. Een kamer valt hier, voor zover is op te maken uit het stedelijk reglement, niet samen met een slaapkamer, maar eerder met een woonvertrek, zoals een living of een bureaukamer. Woning A uit het bovenstaande voorbeeld staat zoals gezegd 4 jaar op de inventaris. Woning A is een bescheiden woning met één slaapkamer, een keuken, badkamer en een living, in totaal vier kamers. De verschuldigde belasting voor woning A zal als volgt worden berekend: 5 (aantal jaar op inventaris+1) x €1.250 = €6.250. De eigenaar van woning A zal dat jaar dan een aanslagbiljet ontvangen voor €6.250.

Wanneer het begrip ‘kamer’ niet van toepassing is op een leegstaande woning wordt een andere basisbelasting gehanteerd. Indien om een of andere reden niet kan worden nagegaan hoeveel kamers er zich in een leegstaande woning bevinden, of wanneer het een gebouw betreft waarvoor het begrip ‘kamer’ weinig zegt, wordt een basisbelasting gehanteerd van €2.500 per woning of gebouw. Dit basisbedrag wordt vervolgens vermeerderd, afhankelijk van twee zaken. Indien het gebouw een gevelbreedte heeft van meer dan 6 meter, of indien het gebouw meer dan één bouwlaag heeft, wordt deze basisbelasting verhoogd met €800.

Wanneer het gebouw zowel breder is dan 6 meter alsook meer dan één bouwlaag heeft, wordt deze basisbelasting verhoogd met €1.600. Een bouwlaag is elke verdieping van een gebouw met een mogelijke uitzondering van verdiepingen onder een hellend dak. Woning B, dat al zes jaar op de inventaris staat, is een woning waarvoor het begrip ‘kamer’ niet veel inhoud heeft, en om die reden wordt er gebruik gemaakt van deze tweede berekening. Woning B heeft een gevelbreedte van 5 meter en telt een gelijkvloerse en een eerste verdieping. Omwille van deze twee bouwlagen, dient de basisbelasting van €2.500 vermeerderd te worden met €800 en komt in totaal dan op €3.300. Dit bedrag wordt vervolgens vermenigvuldigd met het aantal jaar dat de woning op de inventaris staat, met een maximum van vier jaar. Woning B dient vervolgens voor 5 (de maximale 4 jaar +1) maal €3.300 te worden belast. De eigenaar van woning B zal voor dit jaar €16.500 aan leegstandsbelasting moeten betalen. Dit bedrag zal voor deze eigenaar overigens elk jaar verschuldigd zijn, aangezien het pand reeds de maximale 4 jaar aanwezigheid op de inventaris heeft bereikt. Stel dat woning B een gevel van 6 in plaats van 5 meter had gehad, had het basisbedrag dus vermeerderd geweest met €1600 in plaats van €800. In dat geval had het kostenplaatje €20.500 bedragen, want 5 (4 jaar +1) x 4.100 (€2500+€1600).

Hoe gaat het met uw wenkbrauwen?

De conclusie van het bovenstaande: geen kleine bedragen, die leegstandsbelasting. Dat is ook logisch, aangezien het hele doel van het Grond- en Pandendecreet, waarop deze stedelijke reglementen zijn gebaseerd, er net op gericht is leegstand te verhinderen en maximaal in te zetten op een kwalitatief gebruik van de ruimte. Tegelijkertijd zijn er verschillende mogelijkheden om vrijstellingen te krijgen op deze belasting.

Er zijn verschillende mogelijkheden om vrijstellingen te krijgen op deze belasting.

Zo geldt in Gent dat wanneer de eigenaar van een leegstaand pand een Sociale Woonorganisatie is, dat deze vrijgesteld wordt van de belasting op leegstaande woningen of gebouwen. Hetzelfde geldt voor panden waar de eigenaar de Belgische Staat is, voor panden die werden onteigend of deel uitmaken van een onteigeningsplan en voor panden die leeg staan als gevolg van overmacht. In deze gevallen wordt ook geen maximale termijn van de vrijstelling opgegeven.

In bepaalde andere gevallen is het mogelijk een vrijstelling te krijgen, maar wordt hier een maximale termijn aan gekoppeld. Voor details verwijs ik u door naar het stedelijke belastingsreglement op leegstaande woningen en gebouwen, maar enkele voorbeelden kan ik u wel bezorgen. Een vrijstelling van maximaal 24 maanden kan bijvoorbeeld worden verleend wanneer het zakelijk recht (de eigendom) wordt overgedragen of wanneer de woning of het gebouw beschermd is als monument. Er is bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om een vrijstelling van 24 maanden te verkrijgen omdat het leegstaande pand ernstige bouwfysische gebreken vertoont en de eigenaar hiervoor een goedgekeurd renovatiedossier heeft verkregen. In dit renovatiedossier dient dan een schema van de werken te zitten waaruit blijkt dat de beschreven werken ook effectief zullen worden uitgevoerd. Een vrijstelling op basis van zo’n renovatiedossier kan echter maar eenmaal worden verleend.

Een andere optie is om een vrijstelling te verkrijgen op basis van een stedenbouwkundige vergunning. Een dergelijke vergunning is eveneens twee jaar geldig, vanaf de datum van de verlening van de stedenbouwkundige vergunning. Een belangrijke voetnoot daarbij is dat deze vrijstelling enkel geldig blijft voor zolang de werken, die werden vergund, ook een normaal verloop kennen. Indien deze vergunde werken bijvoorbeeld niet worden aangevat, dient er een controleverslag door de Dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu te worden opgesteld dat daarna naar de eigenaar wordt opgestuurd. Vanaf de verzending van dat controleverslag, is de vrijstelling niet meer geldig.

Er worden dus in één adem met de vrijstellingsmogelijkheden in het stedelijke reglement ook dadelijk beperkingen opgelegd aan het bekomen van deze vrijstellingen. Zo, ziet er allemaal goed uit. We kunnen terug ademhalen want met dergelijk goed decreet en reglement zal er wel geen onnodige leegstand zijn in een stad als Gent waar de woonnood zo hoog is.

& de Brugse Poort dan?

Uit het bovenstaande wordt de situatie al iets helderder. De procedures, de opmaak van de inventaris en het belastingsreglementen zijn duidelijk en werden op een zo waterdicht mogelijke wijze opgesteld. Bovendien lijken ze ook te bewerkstelligen wat ze voor ogen hebben: het bestraffen van leegstand met de bedoeling de activatie van leegstaande gebouwen te faciliteren. Daarnaast bestaan er verschillende financiële mogelijkheden en premies om een leegstaand gebouw opnieuw te activeren, zij het op een gemeentelijk niveau of op een gewestelijk niveau bij Wonen-Vlaanderen. Er bestaan stimuli om van deze leegstaande woning opnieuw een thuis te maken voor een gezin dat het best wel ziet zitten om bijvoorbeeld aan de rand van centrum van Gent te gaan wonen. In een wijk waar men naast met de eigen private woning ook een band heeft met de omliggende buurt en de mensen die samen met hen deze publieke ruimte ten volle wensen te benutten. In een wijk zoals de Brugse Poort, om maar een voorbeeld te geven.

Hoe komt het dan dat de leegstand zo opvallend is in de Brugse Poort?

Volgens de meest recente cijfers uit de wijkmonitor van Gent scoort enkel de Gentse binnenstad slechter op het aantal leegstaande panden, een gebied dat een gelijkaardige oppervlakte heeft aan de Brugse Poort. Toch ziet de leegstand in de binnenstad er helemaal anders uit en bepaalt ze in veel mindere mate de ruimtelijke beleving. In de Brugse Poort, waar wonen de meest dominante, bijna enige, functie is, kan de leegstand ook niet verscholen worden achter een statige gevel. De wijk heeft qua bouwtypologie en dan specifiek gevelarchitectuur haar erfenis tegen zich. Een deur en een raam op het gelijkvloers, een raam of twee erboven en een half raam onder de dakgoot, met meer dan eens een stenen raamopening in de gevel te zien, dat is de gevelarchitectuur waar de Brugse Poort in kan uitblinken. Nee, de architectuur zal de wandelaar niet afleiden van de aanwezigheid van een leegstaand pand. Hoewel deze architectuur historisch even relevant is als de statige burgerhuizen in de binnenstad, valt er slechts weinig volk van achterover.

In de Brugse Poort, waar wonen de meest dominante, bijna enige, functie is, kan leegstand niet verscholen worden achter een statige gevel.

Nochtans zit in deze bescheiden woningen een enorm potentieel aan kwalitatieve gezinswoningen of innovatieve woonprojecten. De combinatie tussen een groeiende buitenruimte met toenemende kwaliteit en een geschikte en ecologische woning kan een groot wooncomfort met zich meebrengen. De ligging ten opzichte van het centrum maakt van de Brugse Poort een uitermate interessante plaats om te gaan wonen en de wijk op zich blijft haar herkenbare woonkarakter behouden door geen tabula rasa door te voeren en alles te vervangen door geïmporteerde bouwblokken.

Gooi het over een andere boeg en laat wat we doen met deze leegstand de wandelaar achterover doen vallen. Laat de Brugse Poort uitblinken in het aanpakken van leegstaande woningen en het inrichten van kwalitatieve woningen voor gezinnen van allerlei vormen en maten.

Dat zou de redenering kunnen zijn achter alle gele gevelbladen die op de leegstaande panden over de bekendmaking van de stedenbouwkundige vergunning vertellen. Maar is dat het wel? Zit achter een dergelijke gele poster ook effectief de wil en het budget om de leegstaande woning te transformeren? Is het een achterpoortje, het aanvragen van een vergunning om de leegstandsbelasting ten minste voor twee jaar te ontduiken? Wacht zo’n pand met gele poster enkel maar op een ontwikkelaar die wel oog heeft voor haar goede ligging? Heeft de Dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu de tijd, het personeel en het budget om ook bij deze stap haar taken uit te voeren? En laten we niet vergeten dat het aanpakken van leegstand ook niet de enige taak is die deze dienst op zich neemt. Een andere verklaring voor de grote hoeveelheid stedenbouwkundige vergunningen zou ook kunnen zijn dat de eigenaars van de leegstaande panden niet tijdig de budgetten kunnen voorleggen die nodig zijn om aan deze operatie te beginnen. Mogelijk vinden zij de weg simpelweg niet naar een geschikt premiestelsel of ondersteuningsmaatregel.

De opties voor het aanpakken van de leegstand op de schaal van een wijk lijkt een meer dan haalbare opdracht. De mogelijkheden om van deze panden een door de buurt gedragen project te maken, lijken legio. Er kunnen ideeën voortvloeien uit participatie met de buurt om niet alleen perceel per perceel maar ook op het niveau van de wijk als geheel interessante toekomstbeelden uit te tekenen.

Schouders onder de woonrevolutie

PVDA Gent ziet een renovatierevolutie volledig zitten, met een speciale aandacht voor de leegstaande woningen. De woonstad vormt een kernpunt in het programma, waarbij de focus ook ligt op een groter plaatje dan enkel dat van enkele particuliere woningen. De activatie van leegstand speelt hierbij een grote rol en de Brugse Poort kan als pilootproject aftoetsen welke mogelijkheden er allemaal bestaan om hiervan een gedragen, innovatief en vooral rechtvaardig project te maken.

Het is een nageltje om op te blijven kloppen maar er dient geïnvesteerd te worden in betaalbare stedelijke woningen. Woningen met een zuinige architectuur en een duurzaam karakter, zonder een last te zijn op het gezinsbudget. Wonen in levende buurten waar contact met omwonenden dagelijks is. Buurten waarin huisjesmelkers geen kans krijgen maar waarin men op een toegankelijke wijze ingelicht kan worden over de mogelijkheden van de eigen woning. Wijken waarin wonen een verworven recht is voor iedereen.

Het is een nageltje om op te blijven kloppen maar er dient geïnvesteerd te worden in betaalbare stedelijke woningen.

Het gehele programma van de PVDA zet in op de stad: de leefbare stad, de duurzame stad, de gezonde stad, de culturele, de kindvriendelijke, de diverse en de democratische stad. Een stad is geen voorwerp, een stad leeft omdat een stad mensen zijn.
Een leegstaand pand lijkt een verwaarloosbare korrel in een groter stedelijk geheel, maar de mogelijkheid om er een thuis van te maken bestaat. Aandacht voor het kleine met het oog op het grote potentieel in de volle overtuiging dat een goed en rechtvaardig project steeds goesting geeft in meer.

PVDA stelt voor leegstand aan te pakken door er haar schouders onder te zetten en maximaal te investeren in dit potentieel. Met meer middelen kan de Dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu haar volle aandacht schenken aan het bestrijden van leegstand en zien hoe de effecten van hun inspanningen kunnen leiden tot waardevolle bijdragen in de stad. Een vlotte en toegankelijke begeleiding kan eigenaars van een leegstaand pand helpen zoeken naar een geschikte herbestemming en financiële ondersteuning indien nodig. Huisvestingsmaatschappijen en een stedelijke wooncoöperatie kunnen mee hun schouders onder de activatie van leegstand steken en op die manier ook hun taken op een innovatieve manier volbrengen en woningen voorzien voor iedereen die er al te lang op wacht. Sociale tewerkstellingsprojecten geven praktisch geschoolde personen opnieuw een toekomstperspectief en ondersteunen de bouw van kwalitatieve woningen die ze eigenhandig hebben doen groeien.

Met meer middelen kan de Dienst Toezicht haar volle aandacht schenken aan het bestrijden van leegstand.

Project per project kan van leegstand een succesverhaal worden gemaakt, op perceelniveau, op wijkniveau en op een stedelijk niveau. Het mag herhaald worden: PVDA Gent zet de schouders onder de woonrevolutie.

Lees meer in ons Gents stadsporgramma: gent.pvda.be/woonstad


Bronnen

Geschiedenis van de wijk
- https://stad.gent/brugse-poort-rooigem/over-de-wijk/geschiedenis-van-brugse-poort-rooigem
- https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/122211
- http://www.complexestadsprojecten.be/Documents/2.1_Gent_Brugse_poort/Brochure%20Brugse%20Poort%20 juni%202012.pdf
- http://www.kenniscentrumvlaamsesteden.be/samenwerken/participatie/interessante%20participatietrajecten/MoeberdoesGent/Documents/MO3%20startnota%27s%20per%20wijk/Brugse%20Poort-Rooigem.pdf
- https://www.gent-geprent.com/stadspoorten/tweede-wal/brugse-poort

Leegstand
- http://www.statistiekvlaanderen.be/leegstandsregister-en-inventaris-verwaarloosde-en-ongeschikt-onbewoonbaar-verklaarde-woningen
- Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid
- Stad Gent: Reglement opmaak leegstandsregister & Belastingsreglement op leegstaande woningen
- Wijkmonitor Stad Gent
- Woonbrochure Leegstand “Leegstand = Verspilling”
- PVDA Stadsprogramma Gent 2018 ‘Gent op Mensenmaat’