Skip to content

Veilige stad

Veilig wonen, kunnen buitenspelen, veilig naar de winkel kunnen gaan en een praatje kunnen slaan met de buren: dat is een basisrecht zoals het recht op onderwijs of werk. Veiligheid is geen rechts thema. Integendeel, het recht op fysieke integriteit is een recht dat voorop staat bij consequent links. Wie wil optreden tegen geweld en criminaliteit, moet de criminaliteit effectief straffen en tegelijk inzetten op een voorkomingsbeleid. Criminaliteit en geweld zijn vaak het werk van bendes en internationale netwerken die monsterwinsten nastreven via wapenhandel, mensenhandel, drugshandel… Tegenover de georganiseerde misdaad is zerotolerantie nodig. Geweld moet ook effectief bestraft worden. Tegelijk is een beter preventiebeleid nodig dat inzet op sociale rechtvaardigheid, sterke buurten en wijkagenten.

Wat we willen:

  • Een. Laagdrempelige wijkkantoren en meer wijkagenten

    • We gaan voor laagdrempelige politiekantoren in de wijken die ook ‘s nachts open zijn.
    • We herwaarderen de rol van de wijkagent en maken ze meer toegankelijk. Zij weten wat er leeft onder de mensen, en spelen daarmee een belangrijke rol in de wijk.
    • Diversiteit bij het politiepersoneel is een belangrijk instrument tegen discriminatie en moet dus aangemoedigd worden. Ook voor homofobie, seksisme of racisme binnen het politiekorps moeten er strenge straffen komen. We verbieden elke vorm van ethnic profiling en beschermen klokkenluiders.
    • We verzetten ons tegen partijen die pleiten voor de permanente militarisering van de samenleving en tegen de aankoop van oorlogswapens en oorlogsmunitie voor de lokale politie, zoals vandaag in Antwerpen het geval is.
    • We organiseren inspraak op wijkniveau, voor inwoners en verenigingen, om de prioriteiten op vlak van preventie en veiligheid in de wijk te bepalen.
  • Twee. De misdaad effectief bestraffen

    • Nultolerantie voor georganiseerde misdaad. We geven prioriteit aan het bestrijden van de maffia, de generaals van de drugs- en mensenhandel en aan de grote oplichterij en fraude.
    • We bestraffen fysiek geweld en fysieke criminaliteit ook effectief. Straffen heeft een afschrikkende rol. Dat betekent niet dat er om ter langst en om ter hardst gestraft moet worden. Het betekent wel dat straffen effectief uitgevoerd worden.
  • Drie. Beter voorkomen dan genezen

    • We verbeteren de leefbaarheid in wijken, we zorgen voor meer hulp, preventie en sociale controle door buurtwerkers, straathoekwerkers, jeugdanimatoren en gemeenschapswachten.
    • We zetten in op dialoog en communicatie in plaats van op GAS-boetes. Bij echte problemen schakelen we justitie in.
    • Als eerste stap worden er op het Gentse grondgebied geen GAS-boetes meer uitgevaardigd tegen minderjarigen onder de 16 jaar.
  • Vier. Het slachtoffer staat centraal

    • We waarderen het werk van de dienst slachtofferhulp en bouwen de dienst verder uit.
    • Bij kleine buurtcriminaliteit gaan we vooral voor herstelgerichte straffen, zodat daders beseffen wat ze hebben aangericht bij slachtoffers.
  • Vijf. Investeren in sociale rechtvaardigheid en zekerheid

    • We ijveren voor de herfinanciering van het onderwijs, het recht op werk en de versterking van de sociale zekerheid als basis voor sociale gerechtigheid. Op scholen willen we cursussen in sociale en openbare samenlevingszin.
    • We rekenen af met de dubbele moraal die meedogenloze concurrentie, oorlog, racisme en een egoïstisch ik-model promoot, maar tegelijk over veiligheid bezig is.
  • Zes. Terreurrekrutering aanpakken

    • We concentreren ons op de rekruteringslijnen en communicatielijnen van de ronselaars voor het jihadi-terrorisme.
    • We werken samen met families, scholen en moskeeën in de strijd tegen terroristisch jihadisme.
  • Zeven. Effectieve begeleiding om recidive te voorkomen

    • We pleiten bij de federale regering voor een betere begeleiding van gedetineerden in de gevangenis van Gent. Dat bevordert de veiligheid, maar ook de kansen op re-integratie.
    • Effectieve begeleiding van ex-gedetineerden is zeer belangrijk om hun re-integratie in de samenleving te volbrengen. Daarom pleiten wij voor transitiehuizen die de overgang moeten vergemakkelijken en recidive beter kunnen voorkomen.
    • Het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) in Gent willen we opnieuw in publieke handen brengen. We sturen aan op het optrekken van het personeel, en dringen bij de Vlaamse regering aan op meer psychiatrische centra om de doorstroom op te vangen.
  • Veiligheid is meer dan de afwezigheid van criminaliteit. Veiligheid komt dus op meerdere plaatsen in ons programma terug: veilig verkeer voor automobilisten en fietsers (zie hoofdstuk Mobiele stad), (brand)veiligheid in kwaliteitswoningen (zie hoofdstuk Woonstad), veiligheid op het werk (zie hoofdstuk Werkende stad), een veilige leefomgeving zonder fijn stof en geluidsoverlast (zie hoofdstuk Groene en leefbare stad).

    Een. Laagdrempelige wijkkantoren en meer wijkagenten

    De PVDA wil dat de slogan van de Gentse politie, ‘Uw politie, altijd nabij’, voor alle Gentenaars herkenbaar wordt. We pleiten ervoor de wijkkantoren van de politie open te houden. Bereikbare wijkagenten, dicht bij de mensen: dat is cruciaal om overlast en criminaliteit tegen te gaan. Interventiewerking kan niet wat wijkagenten kunnen. Zij kennen de problemen in de wijk en kunnen preventief werken, problemen vroeg opmerken en er iets aan doen voor ze ontsporen in criminaliteit. En andersom: als de bevolking de agenten kent, is er meer controle op de agenten en komt het veel moeilijker tot misstanden.

    Ook onder dit stadsbestuur is er werk aan de winkel voor een échte buurtpolitie. In 2015 nog werden twee wijkkantoren gesloten: in Meulestede en in Sint-Kruis-Winkel. In veel wijken zijn de commissariaten enkel ‘s ochtends open en op heel wat dagen zelfs volledig gesloten. Zelfs het politiesecretariaat in het centrum is ‘s nachts gesloten.

    Wij willen dat de stad investeert in wijkagenten met een goede opleiding, die bereikbaar zijn en dicht bij de mensen staan. Ze kunnen aan preventiewerk doen en problemen opmerken voor ze ontsporen in crimineel gedrag. Daarom is het ook belangrijk dat er in elke wijk een politiekantoor is waar mensen terecht kunnen met hun vragen. De administratieve last van de wijkagent moet dan ook zoveel mogelijk verlaagd worden, onder andere door het verder ontwikkelen van gebruiksvriendelijke apps.

    Sommige partijen sturen aan op de militarisering van de samenleving. Ze willen het voorbeeld van Antwerpen volgen, waar het stadsbestuur dagelijks geavanceerd, duur wapentuig aankoopt, ook oorlogswapens. Ook de militairen in het straatbeeld roepen vragen op. De stad Gent heeft een goede beslissing genomen door hier niet in mee te stappen.

    Wij willen dat het stedelijke veiligheidsplan besproken wordt in wijkvergaderingen waar de korpschef en de burgemeester hun prioriteiten komen voorstellen. Naast het overkoepelende beleid willen wij een integrale buurtgerichte aanpak van preventie en veiligheid. Daarbij wordt de stem van inwoners, verenigingen en belanghebbenden gehoord om de prioriteiten vast te leggen.

    Twee. De misdaad effectief bestraffen

    Om paal en perk te stellen aan geweld en criminaliteit, moet criminaliteit effectief bestraft worden. Tegelijk moet er ingezet worden op preventie, op het voorkomen van criminaliteit. Hoe je het ook draait of keert: hoe groter de ongelijkheid in de samenleving, hoe groter de criminaliteit. In samenlevingen met meer gelijkheid is er minder geweld en misdaad.

    De winstjacht gaat gepaard met bruut geweld. Er is economisch geweld en fiscale fraude. Er is witteboordencriminaliteit die onbestraft blijft. Er is het terrorisme. Er zijn de gewapende overvallen en gijzelingen, het geweld van mensenhandelaars, van grote drugskartels, van trafikanten in bloeddiamanten, van fraudeurs en economische misdadigers, pooiers en andere afpersers, car- en homejackers en georganiseerde bandieten.

    Duidelijk is alvast dat de prioriteit moet gaan naar de strijd tegen de grote georganiseerde criminaliteit: de maffia, de generaals van de drugs- en mensenhandel, de grote oplichterij en fraude. Het zijn die generaals van de criminaliteit die overal in de wijken luitenantjes werven.

    Fysiek geweld en fysieke criminaliteit moeten effectief bestraft worden. Bestraffing heeft een afschrikkende rol. Niet dat er om ter langst en om ter hardst gestraft moet worden, maar straffen moeten wel effectief uitgevoerd worden. Het kan toch niet dat daders van ernstige fysieke of seksuele gewelddaden nog lange tijd vrij rond blijven lopen. Of dezelfde dag of de dag nadien vrijgelaten worden. Dat creëert een gevoel van straffeloosheid bij de criminelen en zorgt voor frustratie bij burgers en politie. Evenmin kan het zijn dat mensenhandelaars, grote drugsbaronnen of economische misdadigers en fraudeurs uit de bankenwereld, de diamantwereld of de industriële wereld op vrije voeten blijven. Er moet een einde komen aan de straffeloosheid van deze organisatoren van de criminaliteit.

    Drie. Beter voorkomen dan genezen

    Veiligheid is geen uitsluitend politionele bevoegdheid. Veel mensen zetten zich beroepshalve of als vrijwilliger in voor een veilige samenleving: conciërges, buurtwerkers, stadswachters, wijkregisseurs … In een aantal buurten zijn die vertrouwenspersonen vaak de enigen die aanspreekbaar zijn. Zij kunnen ook op de mensen afstappen, ‘outreachend’ werken. Die rol hoort er in elke wijk te zijn en verdient herwaardering. Ook de bureaucratie moet zoveel mogelijk afgebouwd worden, zodat de juiste mensen zo goed mogelijk hun job kunnen uitoefenen.

    Wij willen meer straathoekwerkers en jeugdanimatoren. Dat zijn opvoeders die contact hebben met buren en bewoners. Zij kunnen preventief werken in samenspraak met de school, spijbelgedrag tegengaan, huisvestingsproblemen signaleren enzovoort. Natuurlijk is er een band tussen de leefbaarheid van een buurt en het veiligheidsgevoel. Leegstand, verkrotting, vervuiling en verloedering, gebrek aan openbare ruimte en aan groen vergroten de onveiligheid. Wie de stadswijken veiliger wil maken, moet dan ook investeren in het concept van de integrale wijk (zie de inleiding van dit programma). Want voorkomen is veel beter dan genezen.

    We zetten in op dialoog en communicatie in plaats van op GAS-boetes. Bij GAS-boetes is de lokale overheid én rechter én partij. Wie een GAS-boete wil betwisten, moet zelf naar de politierechtbank stappen en daar de kosten van dragen. Zelfs de hoogste parketmagistraten vinden de GAS-wet een inbreuk op de scheiding der machten en zij vinden de toepassing op jongeren meer dan bedenkelijk. Er is een specifieke aanpak nodig voor jongeren die in de fout gaan, waarbij rekening gehouden wordt met hun leeftijd, en waarbij de klemtoon in elk geval moet liggen op preventie en sensibilisering van jongeren en hun ouders. Een zogenaamd lik-op-stuk-beleid met boetes lost niets op. GAS-boetes zijn ook asociaal. Deftige kringen moeten niet vrezen voor een GAS-boete, ‘hangjongeren’ in volksbuurten wel. Boetes uitdelen lost de problemen in de wijken niet op. Niemand stelt nog de vraag waarom die vuilnisbak al op straat staat of waarom jongeren op straat slenteren en een stommiteit uithalen. Men wil iedereen in de pas doen lopen, niet door problemen op te lossen maar door te bestraffen. Nooit een boete dus? Toch wel. Als andere middelen niets uithalen kan uiteraard een boete volgen.

    Vier. Het slachtoffer staat centraal

    Slachtoffers van misdaden blijven vaak verweesd achter. Ze blijven zitten met angst en vragen. Waarom ik? Ben ik ergens schuldig aan? Zal mijn schade vergoed worden? Wat bezielt de dader? Hier verdient al het goede werk van de dienst slachtofferhulp waardering. Het Zorgcentrum na Seksueel Geweld in het UZ Gent is een goed voorbeeld van integrale zorg voor slachtoffers. Wij ijveren ervoor dat dit nog verder wordt uitgebouwd, ook voor slachtoffers van andere misdaden.

    Bij kleinere buurtcriminaliteit zijn herstelgerichte straffen belangrijk. Daders van buurtcriminaliteit moeten geconfronteerd worden met hun slachtoffer, zodat ze kunnen beseffen wat ze aangericht hebben. Ze moeten ook de schade vergoeden, financieel of door taakstraffen. Internationale ervaring leert dat zo’n herstelgericht strafbeleid veruit de hoogste efficiëntie haalt.

    Vijf. Investeren in sociale rechtvaardigheid en zekerheid

    Almaar meer wordt veiligheid herleid tot repressie. Toch is sociale preventie de belangrijkste manier om criminaliteit te voorkomen. Het komt erop aan om het recht op arbeid en het recht op wonen te garanderen, net als een sluitende sociale zekerheid. Dan kan een gevoel van sociale geborgenheid ontstaan en een gevoel van onbezorgde verwachting voor de dag van morgen. Dan wordt het voor criminelen moeilijk om een netwerk van luitenantjes en dealertjes te rekruteren onder uitgeslotenen die geen uitweg meer zien of niets anders geleerd hebben dan het snelle geldgewin.

    Een brede collectieve basis van sociale rechtvaardigheid en zekerheid maakt ook andere normen en waarden mogelijk. Zo kan er eindelijk een einde komen aan de dubbele moraal die zerotolerantie predikt en massale opsluiting als het over de ene vorm van geweld gaat, maar intussen oorlogsgeweld, bankiersgeweld en tv-geweld ongemoeid laat. Pas als de samenleving niet meer draait rond het hoogste ik-rendement, rond de oorlog van allen tegen allen en de oorlog tout court, kunnen waarden als samenwerking en sociale bescherming, solidariteit en respect de bovenhand halen.

    Het onderwijs herfinancieren, werk bieden aan jongeren, vechten tegen de uitsluiting van grote groepen mensen: het is allemaal noodzakelijk in de strijd voor een veilige samenleving. Er zijn partijen die roepen over veiligheid, maar intussen een neoliberaal uitsluitingsbeleid voeren. Dat is niet alleen contraproductief, het is ook hypocriet.

    Zes. Terreurrekrutering aanpakken

    Om de terreurrekruteringen aan te pakken, concentreren we onze inspanningen op de rekruteringslijnen, op de mensen die de propaganda organiseren en op hun communicatiekanalen. Het beleid moet focussen op het samenwerken met families, scholen en moskeeën bij de aanpak van radicalisering onder de jongeren en niet hele gemeenschappen verdenken. We kunnen de vijver waarin de jihadisten vissen alleen maar droogleggen als we iedereen daarbij betrekken en als alle mensen op het terrein zich samen inzetten voor een gemeenschappelijke strijd tegen de ideeën van de ronselaars. De gezinnen maken deel uit van de oplossing, ze zijn niet de oorzaak van het probleem. We mogen niet toelaten dat ouders zich in de steek gelaten voelen of met de vinger gewezen worden. Integendeel: we moeten hen helpen en steunen. Dat geldt ook voor de scholen. Er moeten pedagogische programma’s komen waar de scholen mee aan de slag kunnen.

    Zeven. Effectieve begeleiding om recidive te voorkomen

    Het Europees Hof heeft ons land al meerdere keren veroordeeld voor het schenden van de mensenrechten van de gevangenispopulatie. Ook te veel geïnterneerden krijgen niet de juiste zorg in de gevangenissen. Misdadigers moeten gestraft worden, maar meestal stopt het daar niet bij. Een humane samenleving voorzien in het re-integreren van ex-gedetineerden in de maatschappij. Als dat op een effectieve manier gebeurt, dan is er ook veel minder kans dat men hervalt en opnieuw criminele feiten pleegt.

    Het FPC in Gent werd opgericht nadat het Europees Hof België voor de zoveelste keer veroordeeld had voor de gebrekkige begeleiding van geïnterneerde psychiatrische patiënten. Om kosten te besparen werd het uitbaten van de instelling uitbesteed aan Sodexo, Parnassia Groep en FPC De Kijvelanden. Het gevolg was te hoge werkdruk, een gebrek aan opleiding en te onveilige werkomstandigheden. Er werden interimmers ingezet en de nachtbezetting was onvoldoende. Het kan niet de bedoeling zijn dat het leven van zorgverleners in gevaar komt door winstbejag van private aandeelhouders. Niet onbegrijpelijk dus dat in 2016 maar liefst één vijfde van het personeel moest vervangen worden. Maar daaronder kan ook de zorg voor de gedetineerden lijden, indien ze onvoldoende of weinig stabiele therapie krijgen.

    Wij pleiten om het FPC in Gent door een publieke dienst te laten uitbaten. Daarbij moet er een verhoging komen van de minimumnorm voor het personeelsbestand. Ook de Vlaamse regering moet dringend haar verantwoordelijkheid nemen in het verhogen van het aantal plaatsen in psychiatrische ziekenhuizen, zodat er ook eindelijk werk wordt gemaakt van de uitstroom van geïnterneerden.