Skip to content

Klimaatneutrale stad

Beeld je eens in: een stad zonder schoorstenen. Een stad die niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Een stad met propere lucht en met ruimte om te wonen, te leven en te werken. We zijn ervan overtuigd: in 2035 kunnen we in zo’n stad leven. Op voorwaarde dat we nu aan die droom beginnen werken. Door als stad zelf duurzame energie op te wekken voor alle inwoners. Door in het havengebied de omslag te maken naar een circulaire industrie. Door samen de groene revolutie te maken, zonder iemand achter te laten. Zo zorgen we voor een klimaatneutrale stad op mensenmaat. Waar wachten we nog op?

Wat we willen:

  • Een. Zet Gent onder Groene Stroom met een stedelijk energiebedrijf

    • We richten een stedelijk energiebedrijf op dat in publieke handen blijft. Dit stadsbedrijf investeert in energiebesparing en levert honderd procent hernieuwbare energie aan betaalbare prijzen.
    • Het energiebedrijf voert een ambitieus zonneplan uit. Op alle stadsdaken die volgens de zonnekaart interessant zijn worden zonnepanelen geïnstalleerd, dit zowel op de daken van publieke gebouwen, van bedrijven, als op de daken van particulieren. Bij particulieren met te weinig financiële middelen wordt de initiële kost gedragen door de stad, men betaalt dit terug via het verschil op de energiefactuur.
    • Het stedelijk energiebedrijf investeert in windenergie door meer windmolens te plaatsen in de Kanaalzone en langs de E40. Hierbij wordt een minimale afstand van 1500 meter tussen de turbines en woonhuizen gerespecteerd.
      Investeer in een slim, digitaal gestuurd elektriciteitsnetwerk in handen van het energiebedrijf. Dit netwerk kan verschillende energievormen en –stromen integreren en maakt zo een optimale wisselwerking mogelijk tussen hernieuwbare energie en de Gentse industrie.
    • Het stedelijk energiebedrijf streeft naar een vernieuwing en uitbreiding van het Gentse warmtenetwerk. Met een stadsverwarmingsnet koppelen we de industriële restwarmte uit de haven aan de warmtevraag van de stad en de bedrijven.
      • Door een heffing op het lozen van industriële restwarmte worden bedrijven gestimuleerd om de warmte nuttig aan te wenden.
      • Voor wijken die niet aangesloten zijn op het warmtenetwerk wordt de mogelijkheid van een wijkgerichte warmtekrachtkoppeling onderzocht.
    • Pak energieverlies aan met een masterplan voor isolatie en energie-efficiëntie.
      • Het stedelijk energiebedrijf brengt blok per blok de isolatietoestand van de huizen in kaart, gaat naar de mensen toe om nuttig en gericht advies te geven over energiebesparing (zoals betere isolatie of de installatie van verlichting of apparaten met een hoger rendement), voert campagnes voor energiebesparing.
      • Blok per blok worden alle huizen op een geplande en structurele manier van dakisolatie en hoogrendementsglas voorzien. Wie niet de financiële middelen heeft voor de investering, kan de kosten terugbetalen via het verschil op de energiefactuur.
      • Subsidieaanvragen worden eenvoudiger, administratieve formaliteiten worden zoveel mogelijk weggewerkt. Premies worden opengesteld voor alle organisaties. Het stedelijk energiebedrijf helpt de mensen bij de afhandeling hiervan.
      • Bij alle nieuwe stadsgebouwen verzekeren we passiefbouw, en waar mogelijk zelfs een positieve energie-output.
        Voor alle nieuwbouwprojecten worden hoge klimaateisen gesteld, niet enkel voor diegenen waarbij Stad Gent zelf betrokken is. Elk project met meer dan 20 woningen moet energie-onafhankelijk zijn.
    • Maak het stedelijk energiebedrijf transparant en democratisch.
      • De leden van de raad van bestuur worden gekozen. Hij bestaat voor minstens een derde uit gewone Gentenaars en voor een derde uit werknemers van het bedrijf. De leden van de raad van bestuur zijn afzetbaar door de bevolking.
      • De bestuursvergaderingen zijn online live te volgen. Verslagen worden gepubliceerd op de website.
      • Wie 1000 handtekeningen verzamelt kan een punt op de agenda laten zetten.
  • Twee. Start een klimaatrevolutie in de haven

    • We stellen een ambitieus klimaatplan voor de Gentse haveneconomie op. De havenbedrijven en de logistiek moeten deel uitmaken van een ernstig klimaatbeleid voor de lange termijn. We doen dat samen met de omwonenden en met de arbeiders en vakbonden van de betrokken bedrijven.
    • We tekenen een bindend pad uit naar nul-emissie van CO2 en fijn stof in de bedrijven in de haven tegen 2035. Hierbij zetten we in op het sluiten van kringlopen tussen verschillende bedrijven.
    • Bij projecten in de stad en bedoeld voor de stad mag op korte termijn enkel nog CO2-arm staal gebruikt worden. We starten een coalitie van steden om dit aan te moedigen en voeren strijd zodat hogere bestuursniveaus dezelfde voorwaarden overnemen.
    • Door te doen investeren in nieuwe, groene hoogoventechnologie en opvangtechnieken wordt er tegen 2035 in Gent enkel nog CO2-arm staal geproduceerd, tegen 2040 enkel nog CO2-vrij staal. Zo maken we van Gent de wereldleider inzake CO2-vrij staal. Daarmee zorgen we tegelijk voor meer jobs en speelt Gent een voortrekkersrol in de circulaire economie en de strijd tegen de opwarming van de aarde.
      • We werken een plan uit om op korte termijn het project Steelanol uit te breiden (het omzetten van hoogovengassen naar biobrandstof door fermentatie). De biobrandstof die hiermee verkregen wordt, kan verder gebruikt worden als grondstof voor de chemische sector. Hiermee kan 30 tot 40% minder broeikasgas uitgestoten worden.
      • We starten experimenten op, net zoals in het Zweedse Hybrit-project, voor fossielvrije staalproductie door waterstof te gebruiken in plaats van cokes. Tegen 2024 moet een testfaciliteit uitgebouwd worden, rond 2035 moet een demonstratiefabriek operationeel zijn.
    • Het stedelijk energiebedrijf bouwt in de haven capaciteit uit voor energieopslag om pieken en dalen in de energieproductie op te vangen.
      • Via power-to-gasinstallaties wordt bij pieken van elektriciteitsproductie waterstof geproduceerd. Dit kan opgeslagen worden en gebruikt worden als waterstofbatterij.
      • Waterstof kan ook gebruikt worden voor het produceren van biobrandstof uit hoogovengassen en op langere termijn als brandstof voor de fossielvrije staalindustrie. Het kan ook aangewend worden om CO2 om te zetten naar methaan, waarmee de haven een CO2-stofzuiger wordt.
    • Het vervoer naar en binnen de haven wordt gerationaliseerd. Vrachtvervoer over spoor moet opgetrokken worden van 11 procent nu naar minstens 40 procent tegen 2030, zoals dat in de Duitse havens het geval is.
      • We zetten in op de uitbouw van een fijnmazig transportnetwerk voor vrachtvervoer binnen de bedrijvenzone. Hierbij onderzoeken we ook de piste van goederentrams.
      • Waar vrachtvervoer via het spoor of het water mogelijk is, wordt het verplicht. Zo voorkomen we dat transport over de weg, dat meer vervuilend is, gekozen wordt wegens de lagere kostprijs.
      • We pleiten voor meer en beter openbaar vervoer naar de bedrijventerreinen. Het openen voor reizigersvervoer van de spoorlijn 204 tussen Gent en Zelzate, afgestemd op de ploegenarbeid, wordt een prioriteit. We onderzoeken of er elektrische bussen kunnen ingelegd worden.
    • We pleiten voor een democratischer bestuur bij het havenbedrijf North Sea Port. We eisen dat de vergaderingen van het toezichtsorgaan online te volgen zijn. We willen ook dat een derde van dat orgaan zal bestaan uit verkozen vertegenwoordigers van de arbeiders van de haven.
  • Drie. Gent gaat klimaatneutraal tegen 2035

    • Een effectief klimaatbeleid moet een integraal klimaatbeleid zijn. Het stadsbestuur moet volop haar verantwoordelijkheid nemen, ook in haar investeringsbeleid. In zowel de stadskern als de buitenwijken moet gepland worden voor klimaatvriendelijk wonen, transport, en consumeren.
    • We starten een online klimaatbarometer die aangeeft hoe ver Gent staat op het pad naar klimaatneutraliteit in 2035. Deze barometer bevat tussentijdse objectieven en geeft aan wat al gerealiseerd is. Het stadsbestuur moet elk jaar publiek verantwoording afleggen over de voortgang.
    • De aandelenfondsen van de stad moeten fossiel- en wapenvrij worden. Het vrijgekomen geld gaat naar het stedelijk energiebedrijf en vernieuwende technologieën die het klimaat ten goede komen.
    • We zorgen voor een ruimtelijke ordening met integrale wijken waar alle diensten aanwezig zijn, zodat de energiezuinigste keuze ook de meest logische wordt.
    • We zetten volop in op de shift naar openbaar vervoer, fietsen en wandelen.
      • We maken een prioriteit van meer en beter openbaar vervoer. We leggen nieuwe tramlijnen aan naar de randgemeentes en voorzien in een performant nachtnet.
      • De stad dringt aan op het gebruik van waterstofbussen in het openbaar vervoer. Die bussen zijn het toonbeeld van duurzaamheid: ze rijden met hernieuwbare energie, stoten geen afval uit, en moeten lokaal in België geproduceerd worden.
      • Verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers wordt een absolute topprioriteit, onder andere door het aanleggen van conflictvrije kruispunten.
      • Fietssnelwegen doorheen de stad verbeteren de bereikbaarheid voor fietsers.
      • Er moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden overal in de stad en bij elk evenement.
      • Het aantal elektrische laadpunten (met groene stroom) voor elektrische fietsen, auto’s en taxi’s wordt sterk uitgebreid.
    • We blijven het stadsdistributiecentrum verder uitbouwen. Hierdoor worden leveringen voor in de stad samengebracht en opnieuw verdeeld via lichter en klimaatvriendelijker vervoer. De stad zet zelf bijkomende initiatieven op, en houdt die in publieke handen.
      • Ook voor de wijken buiten het stadscentrum moet dit principe toegepast worden.
      • We besteden meer aandacht aan de arbeidsvoorwaarden van het personeel.
  • Gent krijgt steeds meer te maken met de uitdagingen die de opwarming van de aarde stelt. Sinds industriëlen in de negentiende eeuw kolen, olie en gas ontdekten als goedkope energiebron zijn ze fossiele brandstoffen in een steeds hoger tempo beginnen verbranden. De impact daarvan is rampzalig: temperaturen stijgen, weerpatronen veranderen en de zeespiegel stijgt. Klimaatverandering treft vandaag steeds meer mensen, ook in onze stad. Het fenomeen van het hitte-eiland Gent is gekend: de temperatuur stijgt door het snel opwarmende beton en asfalt dubbel zo snel in stedelijk gebied als daarbuiten. In het centrum is het gemiddeld ongeveer 3 graden warmer dan in de buurgemeenten, maar dat kan oplopen tot zo’n 8°C. Ook wateroverlast dreigt op steeds meer plaatsen een probleem te worden. De PVDA wil voluit de ambitieuze keuze maken voor de omslag naar een klimaatneutrale stad, en dat tegen 2035. Gent wordt een stad van de toekomst, waar het gezond leven en werken is. Een stad die niet langer bijdraagt aan de opwarming van het klimaat. Deze omslag doen we op een sociaal rechtvaardige manier: als we echt verandering willen brengen, dan moet iedereen mee.

    In Gent wordt er volop gewerkt aan initiatieven tegen klimaatverandering, vooral door de oneindige inzet van ngo’s, stadsdiensten, en individuen. Er worden sensibiliseringscampagnes opgestart, groepsaankopen aangemoedigd, korteketenlandbouw aangeprezen, ecowijken gebouwd, subsidies uitgereikt, …. Maar veel van de maatregelen van het Gentse stadsbestuur komen vooral terecht bij de hoogopgeleide middenklasse. Ondanks de beloftes voor een sociaal klimaatbeleid vallen diegenen die het zich niet kunnen permitteren uit de boot.

    Zelfs bij de regerende coalitie onder leiding van het kartel sp.a-Groen ontbreekt het aan een coherente planmatige aanpak op lange termijn. De meest ingrijpende maatregel, het instellen van het circulatieplan, voorzag niet in voldoende alternatieven en verschoof daarom een deel van het probleem naar de buitenwijken. Hoewel een studie uit 2013 al aangetoond heeft dat het mogelijk was om Gent klimaatneutraal te maken tegen 2030, en waar steden als Kopenhagen klimaatneutraal willen worden tegen 2025, stelde het stadsbestuur slechts voor om werk te maken van een CO2-reductie met 85% tegen 2050.

    Het huidige beleid houdt geen enkele rekening met de bedrijven die onder het Europese stelsel van emissiehandel (ETS) vallen, want “op het vlak van regelgeving en beleid kan een lokale overheid hier weinig aan toevoegen”, aldus het Klimaatplan van de huidige coalitie. Bovendien, argumenteert men, vallen ETS-bedrijven buiten het ‘burgemeestersconvenant’ voor klimaatinspanningen. Maar die bedrijven zijn wel goed voor maar liefst 87 procent van de totale uitstoot in Gent. En het ETS-systeem is op zijn zachtst gezegd problematisch. Het laat bedrijven toe om ‘propere lucht’ aan te kopen in plaats van te investeren. Ook liggen de doelstellingen veel te laag, waardoor er reserves opgebouwd worden, en er wordt gespeculeerd met de uitstootrechten. De PVDA kiest expliciet niet voor de handel in emissierechten, die de echte omslag meer tegenhoudt dan helpt, maar voor concrete meetbare maatregelen die een transitie naar een klimaatneutrale stad bewerkstelligen, inclusief de haven. Als het je menens is om de klimaatverandering tegen te gaan, dan kun je je niet verstoppen achter het falende beleid van de emmissierechtenhandel.

    Een klimaatneutrale stad kijkt vooruit. Ze onderneemt meer dan een goedbedoelde maatregel hier of daar. Ze werkt met een toekomstplan om de emissies jaar na jaar af te bouwen. En met een wind- en zonneplan om meer hernieuwbare energie op te wekken. Met een warmte- en isolatieplan om de verwarming van gebouwen te verduurzamen. Met een mobiliteitsplan en een ruimteplan om duurzame keuzes gemakkelijker te maken, want de beste energie is de energie die we niet gebruiken. Met zulke toekomstplannen wordt de stad een actor in plaats van een toeschouwer.

    Een klimaatneutrale stad rekent op haar inwoners om de verandering mee in gang te zetten. Maar ze plaatst daar ook een eigen engagement tegenover: de groene revolutie maken we samen. We kiezen niet voor een beleid van nieuwe groene taksen en heffingen, maar zorgen dat iedereen mee kan met de groene golf. We zorgen voor plannen waardoor de inspanningen van burgers zin krijgen en geen druppel op een hete plaat blijven. Zodat inspanningen samen renderen, in plaats van elk op zichzelf te staan.

    De doelstelling van een klimaatneutraal Gent in 2035 verandert alles. Het gaat over op een nieuwe manier omgaan met mobiliteit, energie, werken en wonen. Ja, die klimaatneutrale stad zal er anders uitzien dan het Gent van vandaag. Onze inspanningen zullen niet alleen renderen voor een leefbare planeet, onze stad wordt er ook gewoon beter van: gezonder, rustiger, groener en socialer.

    Een. Zet Gent onder Groene Stroom met een stedelijk energiebedrijf

    We richten een Gents stedelijk energiebedrijf op. Een publiek energiebedrijf van ons allemaal met drie doelen voor ogen: een goede dienstverlening met betaalbare energieprijzen voor de Gentenaar, de productie van 100 procent hernieuwbare energie, bij voorkeur op Gents grondgebied, en het actief uitvoeren van een ambitieus plan voor energiebesparing. Zo kunnen we de verstikkende winstlogica uitschakelen die de energiesector vandaag zo verlamt en volop gaan voor duurzame energie. Kopenhagen, Stuttgart en München doen het ons al voor. Hun stedelijke energiebedrijven produceren duurzame stroom aan betaalbare prijzen. En ook bij ons is dat mogelijk: Ebem, een energiebedrijf dat volledig in handen is van de gemeente Merksplas, investeert volop in hernieuwbare energie.

    In haar klimaatplannen beweert het stadsbestuur dat ze ijveren voor duurzame, hernieuwbare lokale energieproductie. In de praktijk komt dit neer op het ‘aanmoedigen’ van privébedrijven. Commerciële energiemultinationals denken aan het kapitaal van hun aandeelhouders, niet aan de noden van de burgers en de planeet. Als we onze portemonnee én het klimaat willen beschermen, dan moeten we onze energie in eigen handen nemen.

    Grote initiatieven vanuit de stad blijven uit, met als gevolg dat Gent een slechte leerling is wanneer het aankomt op zonne-energie. Uit een studie van het Vlaams Energieagentschap blijkt namelijk dat er maar 3,6% van benut wordt. De initiatieven die er wel komen, worden opgestart door burger- en wijkcomités. Deze burgerinitiatieven moeten aangemoedigd en gefaciliteerd worden. Maar de stad moet ook haar eigen verantwoordelijkheid dragen: zonder een publiek investeringsplan zullen de nodige grootschalige projecten nooit gebeuren.

    Het stedelijk energiebedrijf investeert ook zelf in hernieuwbare energie. In zonnepanelen op de gebouwen van de stadsdiensten, op de magazijnen in de haven en op de uitgestrekte daken van de stad die interessant zijn volgens de zonnekaart.

    Het Gents energiebedrijf werkt verder aan een windplan. Het stadsbedrijf investeert in de verdere uitbreiding van het windmolenpark in de haven. Hierbij letten we op dat de minimale afstand van 1500 meter tegenover woonhuizen gerespecteerd wordt, zodat we de geluidsoverlast en slagschaduw vermijden. Het energiebedrijf kiest ervoor om die investeringen zelf te doen en besteedt ze niet uit aan privépartners. Zo worden betaalbare prijzen verzekerd en stromen de opbrengsten terug naar de Gentenaar.

    Door de verschillende dragers van energie, de energienetten zelf en de energiebesparing in één publiek bedrijf samen te bundelen, openen we de weg naar een efficiënt groen energiebeleid. Want integratie is de sleutel om de soms grillige productie van groene energie te kunnen stroomlijnen, dat leren de groene steden in Duitsland en Denemarken ons.

    Het Gentse energiebedrijf investeert ook verder in het stedelijk warmtenet. Hierbij wordt de restwarmte van de industrie niet geloosd (op zich een zware vorm van vervuiling), maar gebruikt om de warmtevraag elders op te vangen. In Gent is er al op drie plaatsen een warmtenet uitgebouwd: van De Centrale naar de Citadellaan in het zuiden en de Tondelier in het noorden, van IVAGO naar het UZ Gent, en van Stora Enso naar Volvo Cars in de haven. Een overkoepelend plan blijft echter uit. Nochtans is het hergebruik van warmte voor zowel industrie als gezinnen een zeer duurzame manier van omgaan met energie. We willen een heffing op het lozen van restwarmte, zodat deze verspilling (die bovendien schadelijk is voor het milieu) tegengegaan wordt.

    We zetten niet enkel in op betere energieproductie, maar ook op energiebesparing en -efficiëntie. Veel initiatieven van het stadsbestuur om isolatie aan te moedigen hebben hun doel gemist, zoals de campagnes in de 19de eeuwse volkswijken. De procedures blijven vaak te ingewikkeld, men kan de kost niet dragen, of men is als huurder niet in de positie om renovaties door te voeren. Door planmatig blok na blok naar de mensen te gaan, ze te helpen, en over te gaan tot renovatie zorgt het stedelijk energiebedrijf voor effectieve campagnes voor energiebesparing.

    Het Gents energiebedrijf kijkt de kat niet uit de boom, maar ondersteunt Gentenaars, verenigingen, coöperaties en bedrijven die in hernieuwbare energie willen investeren. Wie de middelen niet heeft om een batterij zonnepanelen aan te schaffen, helpen we een handje via een derdebetalerssysteem waarbij het stedelijk energiebedrijf de kosten van de installatie voorschiet. Daardoor daalt de energiefactuur van de eigenaar, maar toch blijft die hetzelfde bedrag doorbetalen. Het verschil gaat naar de afbetaling van de investering. Als die volledig vergoed is, daalt de factuur naar het echte, lagere niveau en kan de eigenaar genieten van gratis hernieuwbare energie. Zo verlaten de centen die we voor stroom betalen de stad niet voor olie of gas uit de andere kant van de wereld, maar worden ze opnieuw geïnvesteerd in de Gentse samenleving.

    Een andere sleutel is de inspraak van de bevolking, die eindelijk zeggenschap krijgt over haar eigen energie. We willen geen ondoorzichtig beslissingsorgaan, maar een echt burgerbedrijf dat verantwoording aflegt aan de Gentenaars. Daarom moeten werknemers van het bedrijf en burgers elk één derde van de raad van bestuur verkiezen. Alle vergaderingen moeten publiek zijn, en Gentenaars moeten de mogelijkheid hebben om punten op de agenda te laten plaatsen.

    Al sinds de liberalisering van de energiemarkt zijn de prijzen fors toegenomen. Tussen 2012 en 2017 steeg de gemiddelde prijs voor elektriciteit met 43,59%. Multinationals zoals Engie-Electrabel maken woekerwinsten dankzij afgeschreven kerncentrales, en lobbyen ondertussen om de transitie naar groene stroom tegen te houden. Wanneer de regering subsidies uitkeert voor groene energie vloeien de winsten vooral terug naar de grote multinationals. Die leggen namelijk zonnepanelenparken aan als een soort financiële belegging. De subsidies worden intussen doorgerekend aan de belastingbetaler en de consument via bijvoorbeeld de (intussen vernietigde) Turteltaks of het steeds hogere prosumententarief. De consument moet zo opdraaien voor de winstvoet van de allerrijksten. Ook de stijging van de distributienettarieven en de heffingen waren een belangrijke factor in de stijgende prijzen. Ondertussen maken die kosten ongeveer twee derde van de prijs uit. Hier hebben steden en gemeenten heel wat in de pap te brokken: de raden van bestuur van Eandis, Elia, Fluxys, en Infrax worden bemand door politici die uit de gemeenten afgevaardigd worden. In plaats van in te zetten op moderne infrastructuur of de prijzen te doen dalen, eisen ze daar als aandeelhouders vooral zoveel mogelijk dividenden.

    Twee. Start een klimaatrevolutie in de haven

    In de bedrijven in de haven produceren tienduizenden arbeiders een bijzonder groot aandeel van de rijkdom van Gent. De haven is een onmisbaar deel van de stad, en het is net daarom onbegrijpelijk dat het stadsbestuur de grote havenbedrijven weigert mee te nemen in haar klimaatambities. De stad rekent maar liefst 87 procent van de uitstoot in Gent niet mee in haar plannen. Een ambitieus stedelijk beleid begint met zijn oogkleppen af te nemen en niet alleen naar de bewoners van het centrum te kijken.

    De uitstoot van broeikasgassen in het havengebied gaat de laatste jaren opnieuw stevig naar omhoog. In vergelijking met 2012 stoten de ETS-bedrijven in de Gentse haven 17 procent méér CO2 uit. Deze spectaculaire toename doet alle inspanningen van de burgers volledig teniet. De bedrijven investeren er weliswaar in ‘quick wins’, gemakkelijke oplossingen, maar laten zich verder verlammen door hun concurrentielogica.

    Met ArcelorMittal ligt de grootste vervuiler in België en het vierde meest vervuilende bedrijf in Europa op het Gentse grondgebied. Drie vierde van alle CO2-uitstoot in Gent komt uit één bedrijf: ArcelorMittal. Maar ook bijna 6 procent van alle zware metalen die in Europa worden uitgestoten komen uit de schoorstenen van deze staalfabriek in Gent, samen met een aanzienlijk aandeel van het fijn stof.

    De bedrijven in de haven, en in de eerste plaats ArcelorMittal, zijn een belangrijke factor in de transitie naar klimaatneutraliteit. De haven hoeft helemaal niet in de weg te staan van een klimaatneutrale stad. Onze haven en haar installaties zijn net onze grootste troef.

    De stad Gent heeft heel wat hefbomen in handen om te wegen op het klimaatbeleid van de bedrijven. Een deel van de bedrijven houdt land van de stad in concessie, wat betekent dat de stad klimaatvoorwaarden kan inschrijven in de concessieovereenkomst. De stad speelt ook een adviserende rol bij het toekennen van milieuvergunningen aan bedrijven. Maar ook via haar dominante positie in het havenbedrijf North Sea Port kan de stad druk uitoefenen op de directies en de aandeelhouders. Maar ook dan zal het niet lukken zonder druk van onderuit, samen met de klimaatbeweging, de werknemers en hun vakbonden, de omwonenden, geëngageerde wetenschappers. Neem de industrie mee op in het klimaatplan, formuleer uitdagingen en dwing concrete ingrepen af. We verzekeren op lange termijn duurzaamheid én werkzekerheid door ze mee te nemen in het verhaal van minder vervuilende energie, transport, en materialenverbruik.

    De Gentse industrie kan het speerpunt worden van hoogtechnologische ontwikkelingen in de staalproductie. Wereldwijd zijn er experimenten om nieuwe hoogoventechnologie en opvangtechnieken te gebruiken om de CO2-uitstoot van de staalindustrie te verminderen.

    Een van de experimenten, het Steelanol-project, vindt al plaats in ArcelorMittal Gent. In 2018 wordt de installatie in gebruik genomen, waarbij hoogovengassen via fermentatie met micro-organismen omgezet worden in biobrandstof, ethanol. Deze brandstof kan meteen gebruikt worden in de transportsector, of kan omgezet worden naar ethyleen voor gebruik in de chemische industrie. Zo kan een grote vervuiler in de toekomst een toonbeeld van de circulaire economie worden. De Steelanol-installatie is nog altijd maar een demonstratiefabriek, die zou moeten uitgebreid worden naar de volledige productie bij ArcelorMittal. Wanneer dit gebeurt kan de uitstoot van de fabriek met 30 procent verminderd worden.

    Deze vorm van productie zal nog altijd onvoldoende zijn om de uitstoot van broeikasgassen voldoende terug te brengen. Op langere termijn moet er overgeschakeld worden op fossielvrije staalindustrie. Daarvoor moeten er nu al experimenten opgestart worden. In Zweden investeert men met het Hybrit-project in veelbelovende experimenten rond het gebruik van waterstof en vlamboog hoogovens in plaats van cokes om staal te maken. Om een toekomst op lange termijn te garanderen, moet ArcelorMittal Gent zo snel mogelijk in gelijkaardige technologieën investeren.

    Om deze productiewijzen aan te moedigen moet Gent het voortouw nemen in het gebruik van CO2-arm staal. Bij projecten in de stad of bedoeld voor de stad moet het stadsbestuur eisen dat enkel nog dit soort staal gebruikt wordt. Er moet ook druk uitgeoefend worden op andere steden en hogere bestuursniveaus om deze eisen over te nemen.

    Wind en zon houden geen rekening met de vraag naar energie, terwijl continue levering van stroom net van cruciaal belang is voor de havenbedrijven. We hebben dus oplossingen nodig om de pieken en dalen op te vangen. Dat kan door stroomoverschotten om te zetten naar waterstof. Power-to-gas heet die technologie. Je kan waterstof opslaan en bij stroomtekort weer gebruiken om elektriciteit te maken. Waterstof is ook een basisgrondstof voor ArcelorMittal, zowel bij het Steelanol-project als in fossielvrije staalproductie. De haven wordt op die manier een enorme batterij die de grillige stroom van zon en wind betrouwbaar maakt. Elke dag rijden er duizenden vrachtwagens door de haven van Gent. Bedrijven kiezen voor deze vorm van transport omdat het de goedkoopste is, en soms omdat er onvoldoende alternatieven zijn. Daarom moet er een fijnmazig transportnetwerk voor goederen uitgebouwd worden, waarbij transport over water en spoor, eventueel via de piste van goederentrams, centraal staat. Ook voor het personenvervoer moeten meer klimaatvriendelijke opties aangeboden worden. Elke dag verplaatsen 60.000 werknemers zich binnen het Gentse havengebied, wat steeds meer voor files zorgt. De spoorlijn 204 tussen Gent en Zelzate moet zo snel mogelijk geopend worden voor reizigersvervoer. Vanuit een station binnen de haven moet de optie onderzocht worden van elektrische bussen die mensen naar bedrijven transporteren.

    Drie. Gent gaat klimaatneutraal tegen 2035

    Gent klimaatneutraal maken tegen 2035 draait om meer dan duurzame energie en een omschakeling in de industrie. Het gaat ook over anders omgaan met mobiliteit en met wonen. Het gaat over heel bewust omgaan met de publieke ruimte. Wij willen van Gent een groene, ecologische stad maken. Dat is broodnodig om de leefbaarheid van de stad en de gezondheid van de Gentenaars te bewaken, maar ook om de effecten van klimaatverandering (oververhitting en overstroming) op te vangen. Klimaatbeleid is geen eiland op zich: het loopt als een groene draad door alle beleidsdomeinen heen.

    De stad moet zelf het voortouw nemen in haar klimaatbeleid. Publilec/Publipart maakte nogmaals duidelijk hoe dringend de kwestie is. De stad moedigt groepsaankopen aan, maar investeert nog altijd niet in eigen groene stroom. Via de nieuw opgerichte intercommunale Zefier investeert de stad slechts 1 miljoen euro in bedrijven die hernieuwbare energie opwekken. Dat is een pak minder dan het dividend dat de stad op drie jaar tijd (2015-2017) kreeg uit de gas- en kerncentrales van EDF Luminus, via de omstreden intercommunale Publilec: 11,7 miljoen euro. En het is een peulenschil vergeleken met haar belangen in de distributienetbeheerders (€69 miljoen) en wat de stad zal ontvangen door de uittrede uit Publilec (€47 miljoen). Investeren in de meest vervuilende energieproductie met publieke middelen kan niet. Punt. Daartoe dienen we de controle te organiseren op elke belegging. De stad moet zich terugtrekken uit elk fonds dat belegt in de fossiele energiemarkt of in wapenhandel.

    We moeten blijven inzetten op energiebesparing. Bij nieuwe stadsprojecten, zoals de bibliotheek aan de Waalse Krook, moet passiefbouw de norm worden. We maken van Gent een stad waar de keuzes voor de fiets en het openbaar vervoer gewoon het meest voor de hand liggen. Daarvoor moeten ook voldoende alternatieven voorzien worden, wat nu niet het geval is.

    In de ruimtelijke planning van onze stad verleggen we de prioriteiten. In een klimaatneutrale stad krijgen de winsten van projectontwikkelaars geen voorrang. Ook sociale woningen moeten zo energiezuinig gebouwd of gerenoveerd worden. De PVDA vindt dat elke Gentenaar moet kunnen wonen in een kwaliteitsvolle, energiezuinige woning. We richten de stad zo in dat de energiezuinigste keuzes ook de meest logische worden. Dat wil zeggen dat in elke buurt basisvoorzieningen aanwezig zijn: winkels, diensten en medische centra, maar ook cultuurcentra, ontmoetingsplaatsen, en open en groene ruimte. We voorzien voldoende overdekte parkeerplaatsen voor fietsen. Deze visie wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Mobiele Stad’.